Instructies
Afbeeldingen 7.2.A t/m 7.2.C bevatten instructies voor onderhoud in de volgorde nulstelling, kalibratie en
bumptest. Het normale proces wordt voor een kalibratie weergegeven en het snelle proces voor een
bumptest. Wanneer een proces afwijkt van de afbeeldingen hieronder, worden de nodige aanwijzingen op
het scherm van het instrument weergegeven.
Nulstelling
Nul-hulpprogramma
Annuleren
Start
nulstelling
Kalibratie (normaal proces weergegeven)
Plaats de voorbereide
kalibratiekap op de
bovenkant van de
instrumentbehuizing.
Druk op de kap tot deze
hoorbaar vast klikt.
Kalibratie-hulpprogramma
Annuleer de
Start de
kalibratie
kalibratie
Voortgang nulstelling
—
—
Afbeelding 7.2.A Instructies voor nulstelling
Kalibratie, gas toepassen
—
Indien gewenst slaat u
de kalibratie voor het
weergegeven gas over
Resultaten nulstelling
Na voltooiing van de
nulstelling geeft het
instrument een hoorbaar
signaal en worden de
resultaten als volgt
weergegeven:
Geslaagd
Mislukt
Als een sensor niet werkt,
druk dan op
om het nul-
hulpprogramma te openen
en de nulstelling opnieuw uit
te voeren.
Kijk of de randen aan de bovenkant
en zijkanten van de kalibratiekap
goed zijn uitgelijnd met de bovenste
randen van de instrumentbehuizing.
Pas kalibratiegas toe van het type
en de concentratie die op het
scherm van het instrument worden
vermeld. Draai de knop op de
regelaar naar links om te beginnen
met de toevoer van gas.
111