Download Print deze pagina

Ventis Pro Series Producthandleiding pagina 19

Advertenties

*Zie ook
Pompdop en interne filter vervangen.
 Voer voor en na elk luchtmonster een test uit voor de hele bemonsteringslijn.
o Gebruik uw duim om het uiteinde van de bemonsteringslijn bij de waterstopopening dicht te
houden. Dit moet resulteren in een pompfoutalarm.
o Verwijder de blokkage van de waterstopopening. Na afloop van de alarmcyclus moet de pomp
weer normaal werken.
Opmerking: Als zich geen pompfout voordoet, controleer de volgende delen dan op scheuren, andere schade, vuil en
installatiefouten en verhelp eventuele problemen: de bemonsteringslijn en de bijbehorende aansluitingen, de inlaatdop
en inlaatbuis van de pomp, en de onderdelen van de stoffilter/waterstop aan het uiteinde van de bemonsteringslijn en
de binnenkant van de pompinlaatbuis.
 Bereken op basis van de lengte van de bemonsteringslijn de aanbevolen minimumtijd waarin het
luchtmonster de sensoren van het instrument bereikt. Zoals hieronder weergegeven, telt u voor elke 30
cm (1 ft) slang 2 seconden op bij de basistijd van 2 minuten. Kijk of er gasuitlezingen op het scherm
verschijnen en zo ja, laat ze stabiliseren om de waarde te bepalen.
Tabel 1.5 Minimale bemonsteringstijd voor veelgebruikte bemonsteringslijnlengten
Lengte
bemonsteringslijn
3,05 m (10 ft)
6,10 m (20 ft)
9,14 m (30 ft)
12,10 m (40 ft)
15,24 m (50 ft)
18,29 m (60 ft)
21,34 m (70 ft)
24,38 m (80 ft)
27,43 m (90 ft)
30,48 m (100 ft)
Werking bij koud weer
Wees voorzichtig wanneer u het instrument gebruikt bij temperaturen onder de -20 °C (-4 °F), aangezien
dit de leesbaarheid van het scherm en de man-down functie negatief kan beïnvloeden. Voor een betere
werking en batterijspanning wordt aanbevolen de volgende praktijken in acht te nemen.
 Gebruik het instrument niet bij temperaturen buiten het temperatuurbereik van de geïnstalleerde
sensoren (zie tabel 2.7, Sensorspecificaties).
 Gebruik een compatibele, volledig opgeladen batterij met lange gebruiksduur.
 Voordat u het instrument bij koud weer gebruikt, dient u dit in een warme omgeving (ongeveer 20 °C
[68 °F]) in te schakelen.
 Gebruik het instrument afwisselend in de koude en in de warme omgeving.
 Gebruik het instrument niet onbemand.
Basistijd
Bemonsteringslijnlengte
+
(minuten)
2 min.
+
2 min.
+
2 min.
+
2 min.
+
2 min.
+
2 min.
+
2 min.
+
2 min.
+
2 min.
+
2 min.
+
=
factor
(10 ft x 2 s)
=
(20 ft x 2 s)
=
(30 ft x 2 s)
=
(40 ft x 2 s)
=
(50 ft x 2 s)
=
(60 ft x 2 s)
=
(70 ft x 2 s)
=
(80 ft x 2 s)
=
(90 ft x 2 s)
=
(100 ft x 2 s)
=
11
Minimale
bemonsteringstijd
(mm:ss)
02:20
02:40
03:00
03:20
03:40
04:00
04:20
04:40
05:00
05:20

Advertenties

loading

Gerelateerde Producten voor Ventis Pro Series

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Pro 5