Wanneer alle alarmsignalen* aan zijn:
Het hoge alarm is helderrood, geeft twee verschillende tonen en vibreert. Het alarm heeft een hoge
frequentie.
Het lage alarm lijkt op het hoge alarm maar activeert zowel blauw als helderrood licht. Het alarm heeft
een gemiddelde frequentie.
Collega-alarmen lijken op het lage alarm maar hebben een lagere frequentie.
*Signalen (zichtbaar, hoorbaar en vibratie) verschillen afhankelijk van de instellingen van het instrument.
De informatie over gasalarmen wordt in verschillende formaten op het scherm weergegeven. Naast de
uitlezing- en gebeurtenistype-formaten kan de gebruiker ook (instructieve) alarm-actiemeldingen of
alarmmeldingen op een volledig scherm te zien krijgen. Hieronder ziet u voorbeeldschermen voor
instrument-alarmen en peer-alarmen.
Alarmen (voorbeeldschermen met 100 ppm CO)
Formaat voor alarm-actie
("Evacueren" afgebeeld)
Alarmen van LENS peers (voorbeeldschermen)
Alarm van collega
("paniek"
afgebeeld)
Wanneer het alarm van een instrument afgaat, geeft een symbool op het scherm het type gebeurtenis aan.
Alarmen van LENS peers gebruiken dezelfde of soortgelijke symbolen; zie de voorbeelden hieronder.
Hoog alarm
-
OR,
OR
;
MAN DOWN
Alarmmelding op volledig
scherm
Alarm van collega
("gas
aanwezig, hoog" afgebeeld)
Gebeurtenis
Gas aanwezig ("over-range", oftewel buiten-bereiktoestand)
Gas aanwezig (gebeurtenis met hoog alarm)
STEL-gebeurtenis
Systeemfout
Kritiek lage batterijspanning
Man-down; man-down – collega
Uitlezingen
en
geven aan dat het instrument met het alarm
respectievelijk een Ventis Pro of een Radius® BZ1 Area
Monitor is.
96
Soort gebeurtenis