6. Klik op OK om de streepjescode af te drukken.
Opmerking:
Als er een fout voorkomt in de tekenreeks van de streepjescode,
bijvoorbeeld onjuiste gegevens, wordt de streepjescode afgedrukt
zoals weergegeven op het scherm. De streepjescode kan dan niet door
een streepjescodelezer worden gelezen.
Streepjescodes invoeren en opmaken
Houd bij het invoeren en opmaken van de tekens voor een
streepjescode rekening met het volgende:
❏ Voeg geen schaduwen of andere opmaak toe aan de tekens,
zoals vet, cursief en onderstrepingen.
❏ Druk streepjescodes alleen in zwart-wit af.
❏ Gebruik bij het draaien van tekens alleen rotatiehoeken van
90°, 180° en 270°.
❏ Schakel de automatische spatiëring van tekens en woorden
uit in de toepassing.
❏ Gebruik in de toepassing geen functies die tekens alleen
verticaal of horizontaal vergroten of verkleinen.
❏ Schakel in de toepassing alle functies uit voor autocorrectie,
spelling- en grammaticacontrole, enzovoort.
❏ Maak tekstsymbolen zoals paragraaftekens en tabs zichtbaar
in de toepassing, zodat streepjescodes beter van de overige
tekst in het document kunnen worden onderscheiden.
❏ Mogelijk bestaat de uiteindelijke streepjescode uit meer
tekens dan u hebt ingevoerd, omdat bijzondere tekens zoals
Startbalk en Stopbalk worden toegevoegd als u EPSON
BarCode Font selecteert.
510
Werken met lettertypen