Voorgedefinieerde instellingen gebruiken
De voorgedefinieerde instellingen zijn bedoeld om de
afdrukinstellingen te optimaliseren voor bepaalde documenten,
zoals presentaties of afbeeldingen gemaakt met een videocamera
of digitale camera.
Volg de onderstaande instructies om de voorgedefinieerde
instellingen te activeren.
1. Open het dialoogvenster Print.
2. Selecteer Printer Settings (Printerinstellingen) in de
vervolgkeuzelijst en klik op het tabblad Basic settings
(Basisinstellingen).
3. Selecteer Advanced (Geavanceerd). De voorgedefinieerde
instellingen worden weergegeven in de lijst rechts van
Automatic (Automatisch).
De printersoftware gebruiken met Macintosh
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
143