4.2
AANSLUITING VAN ANDERE INRICHTINGEN
Mocht het nodig zijn externe inrichtingen zoals bijvoorbeeld een lezer
voor transponderkaarten of het lampje van de verlichting van de sleu-
telschakelaar van stroom te voorzien, dan kunt u de stroom aansluiten
zoals op afbeelding 29 te zien is. De spanning van de stroomtoevoer
is 24V
-30% +50% met maximale beschikbare stroom van 100mA.
10
De spanning op de klemmen "SbS" en "Stop" blijft ook
aanwezig als de functie "Stand By" op de printplaat
wordt geactiveerd.
4.3
ADRESSERING
RICHTINGEN MET BLUEBUS-SYSTEEM
Het systeem "BlueBUS" biedt de mogelijkheid de besturingseenheid
via adressering met speciale jumpers de fotocellen te laten herkennen
en de correcte detectiefunctie toe te kennen. Adressering dient zowel
op TX als op RX uitgevoerd te worden (waarbij de jumpers op dezelfde
manier geplaatst moeten worden); hierbij dient u na te gaan of er geen
andere stellen fotocellen met hetzelfde adres bestaan.
In een automatisme voor kanteldeuren dat geautomatiseerd is met
TEN, is het mogelijk de fotocellen te installeren zoals dat op Afbeel-
ding is aangegeven. Na het installeren of verwijderen van fotocellen
dient er een herkenningsprocedure in de besturingseenheid uitgevoe-
rd te worden zoals dat in paragraaf "4.6 Herkennen van inrichtingen"
beschreven is.
11
2
F O T O
O I I
F O T
Tabel 6 - Adressen van de fotocellen
Bruggetjes
FOTO
Fotocel h = 50
die bij het sluiten in werking treedt
FOTO II
Fotocel h = 100
die bij het sluiten in werking treedt
FOTO 1
Fotocel h = 50 die zowel bij het sluiten als bij
het openen in werking treedt
FOTO 1 II
Fotocel h = 100 die zowel bij het sluiten als bij
het openen in werking treedt
FOTO 2
Fotocel
die bij het openen in werking treedt
FOTO 2 II
Fotocel
die bij het openen in werking treedt
FOTO 3
Eén enkele fotocel die de hele automatisering dekt
FA1
Fotocel voor openingscommando (draadbrug A aan
de achterkant van de TX- en RX-platen doorsnijden)
FA2
Fotocel voor openingscommando (draadbrug A aan
de achterkant van de TX- en RX-platen doorsnijden)
STOP
SbS
VAN
DE
AANGESLOTEN
I I
O 2
F O T
Fotocel
Aan het einde van de installatieprocedure, of nadat er
fotocellen of andere inrichtingen zijn verwijderd, moet
de procedure "Herkenning van de aangesloten appara-
ten" (zie paragraaf 4.6) worden uitgevoerd.
4.4
Elektrische aansluiting tweede motor
Als er 2 motoren gebruikt worden in de installatie, een TN2010L en een
TN2020L, dan moet de elektrische aansluiting van de tweede motor
worden uitgevoerd volgens onderstaande beschrijving.
1. Voer bij reductiemotor TN2010L dezelfde aansluitingen uit als bij de
installatie van één motor.
2. Breng tussen de besturingseenheid van de TN2010L en het klem-
menbord van de TN2020L de aansluiting van de kabels van de "twee-
de motor" en "gebruikerslicht tweede motor" tot stand zoals weerge-
geven in afbeelding, waarbij u de aangegeven polariteiten volgt.
Afhankelijk van het type installatie, te weten een installatie met 1 motor
of met 2 motoren, dient u de schakelaar op de besturingseenheid in te
stellen door het beheer voor 1 of 2 motoren in te schakelen.
• Als er 1 motor wordt gebruikt in de installatie, schakelt u L8 uit (L8 = OFF).
IN-
• Als er 2 motoren worden gebruikt in de installatie, schakelt u L8 in (L8 = ON).
Let op = Schakel de modus voor 2 motoren niet in als er maar 1
motor geïnstalleerd is; dan is de werking niet correct en kan de motor
beschadigd raken.
12
230V 50-60Hz
Fuse 1.6A 250V
M
Type T
-
+
-
+
L
ES1465.4870 REV.01
10 9
8
7
6
5
4
3
2
1
TN2010L
Raadpleeg voor meer informatie de handleiding in de verpakking van
de TN2020L.
4.5
EERSTE INSCHAKELING EN CONTROLE VAN DE
AANSLUITINGEN
De aansluiting op de stroomvoorziening van TEN dient
door ervaren, deskundig personeel in het bezit van de
vereiste kenmerken uitgevoerd te worden onder volledige
inachtneming van wetten, voorschriften en reglementen.
13
Zodra TEN onder spanning staat, is het raadzaam enkele eenvoudige
controles uit te voeren:
1.
Controleer dat de led BLUEBus enkele seconden snel en vervolgens
regelmatig met een frequentie van één knippering per seconde knippert
2.
Als er fotocellen zijn dient u te controleren of ook de leds op de fo-
tocellen (zowel op TX als op RX) knipperen; Het is niet van belang
met welke frequentie, want dat hangt van andere factoren af.
3.
Controleer dat de op de uitgang FLASH aangesloten inrichting uit is
4.
Controleer dat het gebruikerslicht uit is.
N
ES1466.4870 REV.01
A
B
TN2020L
IBT4N
Nederlands – 7