Led L7
Uit
Aan
Knippert
Led L8
Uit
Aan
Knippert
8.1
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
In Tabel 18 kunt u nuttige aanwijzingen vinden om eventuele storingen te verhelpen die u tijdens de installatie of bij een eventueel defect tegen kunt
komen.
Symptomen
De radiozender stuurt de deur niet aan en het
ledlampje op de zender gaat niet branden
De radiozender stuurt de deur niet aan, maar
het ledlampje op de zender gaat branden.
Er wordt geen enkele manoeuvre aangestuurd
en het ledlampje OK knippert niet
Er wordt geen enkele manoeuvre aangestuurd
en het knipperlicht knippert niet
De manoeuvre gaat niet van start en het knip-
perlicht knippert enkele malen
De manoeuvre gaat van start, maar onmiddel-
lijk daarna vindt er een korte terugloop plaats
31
F2
8.2 - LIJST HISTORIE ANOMALIEËN
TEN permette di visualizzare le eventuali anomalie che si sono verificate nelle ultime 8 manovre, ad esempio l'interruzione di una manovra per l'inter-
vento di una fotocellula o di un bordo sensibile. Om de lijst anomalieën te verifiëren gaat als volgt te werk:
1.
Druk op de toets en houd die ongeveer 3s ingedrukt
2.
Laat de toets los wanneer het ledlampje L1 begint te knipperen
3.
Druk op de toetsen of om het brandende ledlampje naar L8 te verplaatsen, dat wil zeggen het "ledlampje ingang" voor de parameter
"Lijst anomalieën"
4.
Druk op de toets en houd die ingedrukt (de toets moet tijdens alle stappen 5 en 6 ingedrukt gehouden worden).
5.
Wacht ongeveer 3s; daarna zullen de ledlampjes gaan branden die overeenkomen met de manoeuvres waar zich een anomalie heeft
voorgedaan. Het ledlampje L1 geeft de uitkomst van de meest resilvia cente manoeuvre aan, het ledlampje L8 geeft de uitkomst van de
achtste aan. Als het ledlampje aan is, betekent dit dat er zich tijdens de manoeuvre anomalieën hebben voorgedaan; als het ledlampje uit
is, betekent dit dat de manoeuvre ten einde is gekomen zonder anomalieën.
6.
Druk op de toetseni en om de gewenste manoeuvre te selecteren: Het ledlampje in kwestie zal zoveel keer knipperen als het knipper-
licht dat normaal doet na een anomalie (zie Tabel 14).
7.
Laat de toets los.
Beschrijving
Bij normaal functioneren geeft dit aan dat de functie "Gevoeligheid stroommeting" niet actief is.
Bij normaal functioneren geeft dit aan dat de functie "Gevoeligheid stroommeting" actief is.
• Programmering van de functies gaande.
Beschrijving
Bij normaal functioneren geeft dit aan dat er 1 motor is geïnstalleerd.
Bij normaal functioneren geeft dit aan dat er 2 motoren zijn geïnstalleerd.
• Programmering van de functies gaande.
• Eén enkele knippering bij stilstaande motor betekent dat de encoder zich in stand Overschrijding eindpositie
laag bevindt (positie minder dan of gelijk aan 5%). Pas de positie aan en voer vervolgens de procedure voor het
zoeken naar afstanden opnieuw uit.
Tabel 18 - Opsporen van storingen
Mogelijke oorzaak en eventuele remedie
Controleer of de batterijen van de zender leeg zijn; vervang ze zo nodig.
Controleer of de zender correct in het geheugen van de radio-ontvanger is opgeslagen.
Controleer of het radiosignaal van de zendercorrect wordt uitgezonden; u gaat hiervoor empirisch
te werk: druk op een toets en plaats het ledlampje op de antenne van een gewoon radiotoestel
(het beste is een goedkoop toestel) dat aan staat en afgestemd is op de FMband op de frequen-
tie van 108,5Mhz of zo dicht mogelijk daarbij; nu zou u een zacht krakend geluid moeten horen
Controleer of de stroomvoorziening naar de TEN van de elektriciteitsleiding een spanning van
230V heeft. Vergewis u ervan dat de zekeringen F1 en F2 niet onderbroken zijn; zo ja, dan
dient u de oorzaak van de storing op te sporen en ze met andere met dezelfde stroomwaarde
en kenmerken te vervangen (Afbeelding 31).
Controleer of de instructie daadwerkelijk ontvangen is. Als de instructie de ingang SbS be-
reikt, moet het ledlampje tweemaal knipperen om aan te gevan dat de instructie ontvangen is.
Tel het aantal malen dat dat licht knippert en controleer aan de hand van de gegevens in
Tabel 14.
De geselecteerde kracht zou te klein kunnen zijn om de deur te laten bewegen. Controleer of
er geen obstakels zijn en selecteer eventueel een grotere kracht.
F1
Tabel 19 - Kenmerken van de zekeringen F1 en F2
F1
Zekering netvoeding = 1,6 A
F2
Zekering besturingseenheid = 1.6 Vertraagd
Nederlands – 19