Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bijzondere Functies; Functie "Open Altijd; Functie "Beweeg In Ieder Geval; Onderhoudswaarschuwing - Nice TN2010L Handleiding Voor Installatie En Gebruik

Inhoudsopgave

Advertenties

Lijst
L8
anomalieën
De kleur grijs markeert de waarden die in de fabriek zijn ingesteld.
Alle parameters kunnen naar believen zonder enige contra-indicatie worden afgesteld; alleen het afstellen van de "Motorkracht tijdens opening"
"Motorkracht tijdens sluiting" zouden enige nadere aandacht kunnen vereisen:
• Het is af te raden hoge krachtwaarden te gebruiken om het feit te compenseren dat de vleugel punten met een abnormale wrijvingswaarde
heeft; een te grote kracht kan afbreuk doen aan de werking van het veiligheidssysteem of schade aan de vleugel toebrengen.
• Als de controle van de "Motorkracht" gebruikt wordt als hulpmiddel voor het systeem de stootkracht bij botsing te beperken dient na elke
afstelling de kracht opnieuw gemeten te worden, zoals de norm EN 12445 dat voorschrijft.
• Slijtage en weersinvloeden zijn van invloed op de manoeuvre van de deur; zo af en toe dient de afstelling van de kracht opnieuw gecontro-
leerd te worden.
* Voor de parameters L1, L3, L5, L6 en L7:
• Als de waarde van een parameter tussen twee opeenvolgende waarden ligt, zal de besturingseenheid de twee leds die de eigenlijke waarde
afbakenen, afwisselend laten branden. Indien nodig, kan doorgegaan worden met de afronding van de waarden door te drukken op de knop-
pen  of , om respectievelijk af te ronden naar de lagere of de hogere waarde van de twee op de besturingseenheid weergegeven waarden.
Bijvoorbeeld: Onderhoudswaarschuwing = 7000 manoeuvres - de leds L5 en L6 knipperen. Door op de knop  te drukken, wordt er afge-
rond naar de waarde L5 (6000); drukt u op de knop , dan wordt er afgerond naar de waarde L6 (8000).
• Als de waarde van een parameter echter lager is dan de minimumwaarde of hoger dan de maximumwaarde vermeld in de tabel, zal de be-
sturingseenheid afwisselend respectievelijk L1 of L8 laten branden. Indien nodig, kan doorgegaan worden met de afronding van de waarden
door te drukken op de knoppen  of , om af te ronden naar de dichtstbijzijnde waarde.
Bijvoorbeeld: Pauzetijd = 5 seconden - L1 knippert. Door op de knop  te drukken, wordt er afgerond naar de waarde L1 (10s) en de led
L1 knippert niet langer omdat de parameter nu naar een gekende waarde afgerond is.
Voor de parameters L2 en L4:
Indien de configuratie niet herkend is, zal de besturingseenheid bij het openen van NIVEAU2 van het MENU de standaardconfiguratie voorstellen.
6.4

BIJZONDERE FUNCTIES

6.4.1 Functie "Open altijd"

De functie "Open Altijd" is een eigenschap van de besturingseenheid
aardoor het mogelijk is altijd een openingsmanoeuvre aan te stu-
ren wanneer de instructie "Stap-voor-Stap" langer dan 3 seconden
duurt; dit is vooral nuttig bij het aansluiten van het contact van een
ijdschakelklok op het klemmetje SbS om de deur tijdens een bepaald
ijdsbestek open te houden. Deze eigenschap is geldig ongeacht de
programmering van de ingang SbS, (zie parameter "Functie SbS" in
Tabel 9).

6.4.2 Functie "Beweeg in ieder geval"

Door deze functie is het mogelijk de automatisering ook te laten wer-
ken wanneer een van de veiligheidsinrichtingen niet goed functioneert
of buiten bedrijf is. De automatisering kan als volgt worden bediend in
de modus "persoon aanwezig":
1. Verzend een instructie om de poort te activeren via een zender of een
sleutelschakelaar. Als alles correct werkt, zal de poort zich regelmatig
verplaatsen, in het andere geval dient u verder te gaan met punt 2.
2. Geef binnen 3 seconden de instructie opnieuw in en houd de be-
treffende toets ingedrukt. Na ongeveer 2 seconden zal het hek het
gewenste manoeuvre uitvoeren in modus "mens aanwezig", m.a.w.:
het hek blijft bewegen zolang de instructie geactiveerd blijft.
Wanneer de veiligheidsinrichtingen niet functioneren, knippert
het knipperlicht enkele malen om het type probleem aan te du-
iden. Om na te gaan welk type storing zich heeft voorgedaan,
verwijzen we naar het hoofdstuk "WAT TE DOEN ALS ... (hand-
leiding voor het oplossen van problemen)".

6.4.3 Onderhoudswaarschuwing

TEN biedt de gebruiker de mogelijkheid te waarschuwen wan-
neer er een onderhoudscontrole van de automatisering dient te
worden uitgevoerd. Het aantal manoeuvres waarna signalering
plaatsvindt, kan uit 8 niveaus geselecteerd worden en wel via de
instelbare parameter "Onderhoudswaarschuwing" (zie Tab. 9).
Het niveau 1 van afstelling is "automatisch" en houdt rekening met
de zwaarte van de manoeuvres, dat wil zeggen de belasting en de
duur van de manoeuvre, terwijl de andere afstellingen op basis van het
aantal manoeuvres vastgesteld zijn. Signalering van het verzoek om
onderhoud vindt plaats via het knipperlicht of op het controlelampje
onderhoud, afhankelijk van de programmering (zie Tabel 9). Op basis
van het aantal uitgevoerde manoeuvres ten opzichte van de gepro-
grammeerde limiet signaleren het knipperlicht Flash en het controle-
lampje onderhoud wat in Tabel 10 aangegeven is.
L1
Resultaat 1
ste
L2
Resultaat 2
de
L3
Resultaat 3
de
L4
Resultaat 4
de
L5
Resultaat 5
de
L6
Resultaat 6
de
L7
Resultaat 7
de
L8
Resultaat 8
ste
manoeuvre (de meest recente)
manoeuvre
manoeuvre
manoeuvre
manoeuvre
manoeuvre
manoeuvre
manoeuvre
Tabel 10 - Signalering "Flash" En "Onderhoudslampje"
Aantal
manoeuvres
Minder dan 80%
van de limiet
Tussen 81 en
100% van de limiet
Meer dan 100%
van de limiet
Om de limietwaarde van de onderhoudsmanoeuvres te
programmeren, raadpleeg de paragraaf "6.3.1 Procedure
voor programmering van het tweede niveau".
6.5

GEHEUGEN VOLLEDIG UITWISSEN

Wanneer het nodig is om het geheugen volledig uit te wissen en de fabriekswaarden
te herstellen, dient u de volgende procedure uit met stilstaande motor uit te voeren.
1.
Houd de toetsen  en  ingedrukt totdat de programmeringsled
"L1L8" gaan branden (na ongeveer 3 seconden).
2.
Laat de toetsen.
3.
Als de procedure correct is uitgevoerd, zullen alle programmeringsleds
"L1 L8" 3 seconden snel knipperen
4.
De centrale voert een herstart uit van de FW en zal nu alle default para-
meters laden.
Vervolgens zal de actuele positie van de encoder worden weergegeven.
5.
Aan het einde van de procedure knipperen de leds "L1" en "L2".
Deze procedure wijzigt noch de parameter die bij de dra-
airichting van Ten hoort noch de positie van de encoder.
Maakt het mogelijk het type weer
te geven van de anomalieën die
zich tijdens de laatste 8 mano-
euvres hebben voorgedaan (zie
paragraaf "8.2 Lijst historiek ano-
malieën").
(Deze parameter kan alleen wor-
den gelezen, m.a.w.: de waar-
den kunnen niet rechtstreeks
worden gewijzigd)
Signalering op
Signalering op het con-
Flash
trolelampje onderhoud
Blijft ongeveer 2s
Normaal (0,5s aan,
branden bij het begin van
0.5s uit)
de openingsmanoeuvre
Blijft aan het begin van de
Knippert zolang de
manoeuvre ongeveer 2s
manoeuvre duurt
branden Knippert zolang de
manoeuvre duurt en gaat
daarna normaal verder
Blijft aan het begin en
Knippert altijd.
einde van de manoeuvre
ongeveer 2s branden en
gaat daarna normaal verder
Nederlands – 13

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Tn2020l

Inhoudsopgave