WAT TE DOEN ALS...
8
(Gids voor het oplossen van problemen)
Enkele inrichtingen bieden rechtstreeks bepaalde signaleringen, aan de hand waarvan de bedrijfsstatus of een eventuele storing kunnen worden
herkend.
Als er een knipperlicht wordt aangesloten, zal dit tijdens de manoeuvre één maal per seconde knipperen; wanneer er een storing is, zal het kor-
tere knipperingen geven; deze knipperingen worden twee maal herhaald met daartussen een pauze van een seconde. Dezelfde signaleringen
worden ook uitgevoerd met het gebruikerslicht.
Snelle knipperingen Oorzaak
2 knipperingen
Inwerkingtreding van een
pauze van 1 seconde
fotocel
2 knipperingen
3 knipperingen
Inwerkingtreding van de be-
pauze van 1 seconde
grenzer van de "Motorkracht"
3 knipperingen
4 knipperingen
Inwerkingtreding van de
pauze van 1 seconde
ingang STOP
4 knipperingen
5 knipperingen
Fout in de interne parameters
pauze van 1 seconde
van de elektronische besturing-
5 knipperingen
seenheid
6 knipperingen
De maximumlimiet voor het
pauze van 1 seconde
aantal manoeuvres per uur is
6 knipperingen
overschreden.
7 knipperingen
Fout in de interne elektrische
pauze van 1 seconde
circuits
7 knipperingen
8 knipperingen
Instructie al gegeven
pauze van 1 seconde
8 knipperingen
9 knipperingen
Beweging geblokkeerd
pauze van 1 seconde
9 knipperingen
Brandt 3 sec.
Vergrendeling besturingseenheid De weergave wordt geactiveerd bij ontvangst van een instructie "Blokkering automatisering"
2 langzame knippersignalen Ontgrendeling besturingseenheid De weergave wordt geactiveerd bij ontvangst van een instructie "Deblokkering automatisering"
Op de besturingseenheid van TEN bevinden zich een reeks ledjes die
elk bepaalde signaleringen kunnen geven, zowel wanneer alles normaal
functioneert als bij storingen.
a Led Bluebus
b Programmeer-Led L1 L8
c Led Stop, Sbs, Open, Close
d Uitgang knipperlicht
e Gebruikerslicht
Led BLUEBUS
Uit
Aan
Eén knippering groene per seconde Alles OK
2 snelle groene knipperingen
Serie rode knipperingen met daar-
tussen een pauze van een seconde
Reeks snelle en langdurige rode
knipperingen
Tabel 14 - Signaleringen op het knipperlicht Flash
HANDELING
Bij het begin van de manoeuvre geven één of meer fotocellen geen toestemming tot
de manoeuvre, controleer of er obstakels zijn Dit is normaal tijdens de manoeuvre
als er daadwerkelijk een obstakel is.
Tijdens de manoeuvre heeft de deur meer wrijving ondervonden; controleer de oorzaak
Bij het begin van de manoeuvre of tijdens de manoeuvre is de ingang STOP in wer-
king getreden; controleer de oorzaak.
Wacht tenminste 30 seconden en probeer dan opnieuw een instructie te geven; als
er geen verandering in de status optreedt, zou er een ernstig defect kunnen zijn en
dient de elektronische kaart vervangen te worden.
Wacht enkele minuten dat de begrenzer van het aantal manoeuvres weer onder de
maximumlimiet komt.
Koppel alle circuits enige seconden van de stroomtoevoer los; probeer daarna een
instructie te geven; als er geen verandering in de status optreedt, zou er een ernstig
defect op de kaart kunnen zijn of in de bekabeling van de motor. Controleer en ver-
vang eventueel.
Er is al een andere instructie gegeven. Verwijder de aanwezige instructie om andere
te kunnen geven.
De besturingseenheid kan de ontvangen instructie niet uitvoeren aangezien de fun-
ctie "Blokkering automatisering" actief is
Tabel 15 - Leds op de klemmetjes van de besturingseenheid
Oorzaak
Storing
Ernstige storing
Er is een wijziging opge-
treden in de status van de
ingangen
Verschillende
Kortsluiting op de Blue-
bus-klem
30
e
HANDELING
Controleer of er stroom is; controleer of de zekeringen niet in werking ge-
treden zijn; is dat het geval, controleer dan de oorzaak van de storing en
vervang de zekeringen vervolgens met andere met dezelfde waarde.
Er is een ernstige storing opgetreden; probeer de besturingseenheid enkele
seconden uit te zetten; als deze status niet verandert, is er een defect en
dient de elektronische kaart vervangen te worden.
Normale werking van de besturingseenheid
Dit is normaal wanneer er een wijziging optreedt op één van de ingangen:
SbS, STOP, OPEN CLOSE of wanneer de fotocellen in werking treden of de
radiozender gebruikt wordt.
Dit is dezelfde signalering als die op het knipperlicht of gebruikerslicht. Zie
Tabel 14
De klem loskoppelen en de oorzaak van de kortsluiting op de Bluebus-aan-
sluitingen controleren. Na verwijdering van de kortsluiting begint de led na
een tiental seconden opnieuw regelmatig te knipperen.
d
a
c
Flash
Bluebus
Stop
Open
Close
SbS
L1
L2
L3
L4
L5
L6
1.6A T
L7
L8
b
Nederlands – 17