Reparatie
Plaats de stroomonderbrekers
terug
1. Voer Voordat u met de reparatie begint uit,
op pagina 22.
2. Controleer met behulp van een ohmmeter
op continuïteit over de stroomonderbreker
(boven naar beneden). Als er geen continuïteit is,
schakel dan de stroomonderbreker uit, reset
hem en test hem opnieuw. Is er nog steeds geen
continuïteit, dan moet de stroomonderbreker
als volgt vervangen worden:
a. Raadpleeg de tabel met de stroomonder-
brekers in Bedradingsschema's op
pagina 69.
b. Zet de hoofdschakelaar (MP) UIT.
30
c. Draai de twee schroeven los die de
draden en de railbus verbinden met de
stroomonderbreker die wordt vervangen,
en maak vervolgens de draden los.
d. Trek de vergrendelingstab 6 mm (1/4 inch)
naar buiten en trek de stroomonderbreker
van de DIN-rail af. Plaats een nieuwe
zekeringautomaat. Steek de draden erin
en draai alle schroeven vast.
Stroomonderbrekers
Ref.
Afmetingen Onderdeel
CB1
40 A
A (ISO) Warmte
CB2
40 A
B (HARS) Warmte
CB3
40 A
Primaire slangtransformator
CB4
50 A
Slangverwarmer
CB5
20 A
Motor
MP
ti41006a
3A8751H