Reparatie
Reparatie
Reparaties van deze apparatuur vereisen toegang
tot onderdelen die elektrische schokken of ander
ernstig letsel kunnen veroorzaken als de reparaties
niet goed worden uitgevoerd. Zorg ervoor dat u de
stroomtoevoer naar de apparatuur uitschakelt vóór
de reparatiewerkzaamheden.
Voordat u met de reparatie
begint
LET OP
Correcte procedures voor het instellen, opstarten
en uitschakelen van het systeem zijn essentieel voor
de betrouwbaarheid van de elektrische apparatuur.
De volgende procedures zorgen voor een stabiele
spanning. Wanneer deze procedures niet worden
gevolgd, ontstaan er spanningsschommelingen die
de elektrische apparatuur kunnen beschadigen en
die ervoor kunnen zorgen dat de garantie komt
te vervallen.
1. Spoel indien nodig. Volg De apparatuur
spoelen op pagina 21.
2. Volg Uitschakelen op pagina 20.
Rooster spoelinlaatfilter
De inlaatfilters filteren deeltjes eruit die de
pompinlaatkeerkleppen kunnen verstoppen.
Controleer de rooster dagelijks tijdens de
opstartprocedure en maak ze waar nodig schoon.
Isocyanaat kan kristalliseren door vochtcontaminatie
of vriestemperaturen. Als de gebruikte chemische
stoffen schoon zijn en als de juiste opslag-, transfer-
en werkingsprocedures zijn gevolgd, zou er
minimale contaminatie van het rooster aan zijde A
moeten zijn.
22
Maak het rooster aan zijde A alleen schoon tijdens
de dagelijkse opstartprocedure. Dit minimaliseert
vochtcontaminatie omdat isocyanaatresten
onmiddellijk worden verwijderd aan het begin
van de dosering.
1. Voer de Drukontlastingsprocedure uit op
pagina 19.
2. Sluit de materiaalinlaatklep (XA) bij de
pompinlaat en sluit de juiste toevoerpomp.
Op die manier wordt geen materiaal gepompt
tijdens het schoonmaken van het rooster.
3. Plaats een container onder de zeef om vloeistof
op te vangen bij verwijdering van de afvoerplug
van de zeef (ZB).
4. Nadat de vloeistof is afgetapt, verwijdert u de
inlaatdop (ZC) en de inlaatzeef (ZA) van het
zeefverdeelstuk. Spoel het rooster grondig met
compatibel oplosmiddel en wrijf het droog.
Controleer het rooster. Niet meer dan 25% van
de mazen mag dichtzitten. Als meer dan 25%
van de mazen is verstopt, moet het rooster
worden vervangen. Controleer de pakking en
vervang waar nodig.
5. Installeer de zeefplug (ZB) met de zeef (ZA).
6. Open de vloeistofinlaatklep (XA), controleer
vervolgens op lekkage en wrijf de uitrusting
schoon. Ga verder met de bediening.
XA or XB
ZE
ZA
ZC
ZB
ti36987b
3A8751H