Belangrijke informatie over isocyanaat (ISO)
Zelfontbranding van materialen
Sommige materialen kunnen zelfontbrandend
worden als ze te dik wordt aangebracht. Lees de
waarschuwing van de materiaalfabrikant en de
Veiligheidsinformatiebladen (SDS - Safety
Data Sheet).
Houd componenten A en B
gescheiden
Verontreiniging kan leiden tot uitgehard materiaal in
vloeistofleidingen, met als gevolg ernstig letsel of
schade aan apparatuur. Voorkom kruisbesmetting:
•
Verwissel nooit de bevochtigde onderdelen
voor component A en B.
•
Gebruik nooit oplosmiddel aan de ene kant als
het verontreinigd is vanaf de andere kant.
Van materiaal wisselen
LET OP
Het wisselen van vloeistof die in uw apparatuur
wordt gebruikt, vereist speciale aandacht om
schade en tijdverlies te voorkomen.
•
Spoel de apparatuur meerdere keren
voorafgaand aan een vloeistofwissel, zodat de
apparatuur grondig schoon is.
•
Reinig na het spoelen altijd de filters bij de
vloeistofinlaat.
•
Vraag de fabrikant van het materiaal naar de
chemische compatibiliteit.
•
Bij het wisselen tussen epoxy en urethaan of
polyurea moeten alle vloeistofcomponenten
worden gedemonteerd en gereinigd. Vervang
ook alle slangen. Epoxyharsen hebben vaak
aminen aan de B-zijde (verharder). Polyurea's
hebben vaak amines aan de B-zijde (hars).
12
Vochtgevoeligheid van
isocyanaten
Door blootstelling aan vocht (uit de lucht of andere
bronnen) zal isocyanaat ten dele uitharden, waarbij
er kleine, harde, schurende kristallen ontstaan die
een suspensie met de vloeistof vormen. Na verloop
van tijd ontstaat er een laag op het oppervlak en zal
de ISO geleren, waardoor de viscositeit toeneemt.
LET OP
Gedeeltelijk uitgehard ISO zal de prestaties en levens-
duur van alle bevochtigde onderdelen verminderen.
•
Gebruik altijd een afgesloten container met een
droogmiddel in het luchtgat of een stikstofom-
geving. Sla ISO nooit op in een open container.
•
Houd het oliereservoir (waar geïnstalleerd) van
de ISO-pomp altijd gevuld met geschikte
TSL-vloeistof. Het smeermiddel zorgt voor een
barrière tussen ISO en de atmosfeer.
•
Gebruik alleen vochtbestendige slangen die
geschikt zijn voor isocyanaat.
•
Gebruik nooit teruggewonnen oplosmiddelen,
aangezien deze vocht kunnen bevatten.
Houd ongebruikte containers met oplosmiddel
altijd gesloten.
•
Voorzie schroefdraad altijd van een geschikt
smeermiddel wanneer apparatuur opnieuw in
elkaar wordt gezet.
•
Laat het materiaal ten minste eenmaal per week
door de Reactor lopen wanneer deze nat is
gemaakt en niet in werking is. Gebruik de
transferpomp aan de A-zijde om materiaal
door de recirculatieaansluiting van het
uitlaatspruitstuk aan de A-zijde te spoelen.
Zie De apparatuur spoelen op pagina 21.
•
De Reactor mag niet worden opgeslagen als er
lucht in is gekomen of als het materiaal op is.
Voordat u het toestel opbergt, moet u de
luchtspoelprocedure in uw gebruiksaanwijzing
volgen.
OPMERKING: de dikte van de aangebrachte laag en
de kristallisatiesnelheid variëren naargelang de
samenstelling van het ISO, de vochtigheid en
de temperatuur.
Schuimharsen met 245 fa als
blaasmiddel
Sommige blaasmiddelen gaan bij temperaturen
boven 33 °C (90 °F) schuimen als ze niet onder
druk staan, vooral als ze worden geroerd. Beperk
schuimvorming door de voorverwarming in een
circulatiesysteem te minimaliseren.
3A8751H