Terug naar inhoudspagina
Verklarende woordenlijst
Dell Precision™ Mobile Workstation M90 Handleiding
A
I
S
B
K
T
C
L
U
D
M
V
E
N
W
F
O
X
G
P
Z
H
R
De termen in deze woordenlijst worden alleen verstrekt ter informatie en kunnen al dan niet functies beschrijven die op uw specifieke computer van
toepassing zijn.
A
AC — alternating current (wisselstroom) — De vorm van elektriciteit die voor uw computer wordt gebruikt als u de netadapter op een stopcontact aansluit.
achtergrond — Het achtergrondpatroon of achtergrondplaatje op het bureaublad van Windows. U kunt uw achtergrond wijzigen via het Configuratiescherm
van Windows. U kunt ook uw favoriete plaatje scannen en hiervan uw achtergrond maken.
ACPI — advanced configuration and power interface (geavanceerde configuratie- en stroominterface — Een energiebeheerspecificatie die Microsoft®
Windows®-besturingssystemen in staat stelt een computer in de standby-modus of slaapstand te zetten om de hoeveelheid stroom te besparen die aan elk
op de computer aangesloten apparaat wordt toegewezen.
afsluiten — Het sluiten van vensters en het afsluiten van programma's en het besturingssysteem, en het uitschakelen van de computer. U kunt gegevens
kwijtraken als u de computer uitschakelt voordat het afsluitproces is voltooid.
AGP — accelerated graphics port (poort voor versnelde grafische uitvoer)— Een toegewijde grafische poort die het mogelijk maakt systeemgeheugen te
gebruiken voor videogerelateerde taken. AGP levert een gelijkmatig videobeeld in ware kleuren, dankzij de snellere interface tussen de videocircuist en het
computergeheugen.
alleen-lezen — Gegevens en/of bestanden die u kunt weergeven maar die u niet kunt bewerken of verwijderen. Een bestand kan de status alleen-lezen
hebben als:
Dit is opgeslagen op een fysiek tegen overschrijven beveiligde diskette, cd of dvd.
l
Dit zich in een map op een netwerk bevindt en de systeembeheerder rechten alleen aan specifieke personen heeft toegewezen.
l
ALS — ambient light sensor (sensor voor omgevingsverlichting).
antivirussoftware — Een programma dat is ontworpen voor het identificeren, isoleren en/of verwijderen van virussen op uw computer.
apparaatstuurprogramma — Zie stuurprogramma.
APR — advanced port replicator (geavanceerde poortreplicator) — Een koppelapparaat dat u ertoe in staat stelt makkelijk een externe monitor, toetsenbord,
muis of ander apparaat te gebruiken bij uw draagbare computer.
ASF — alert standards format (indeling voor waarschuwingsnormen) — Een norm voor het definiëren van een mechanisme voor het rapporteren van
hardware- en softwarewaarschuwingen aan een beheerconsole. ASF is zo ontworpen dat dit niet afhankelijk is van platforms en besturingssystemen.
B
back-up — Een kopie van een programma of gegevensbestand op een diskette, cd, dvd of vaste schijf. U dient bij wijze van voorzorg regelmatig
reservekopieën te maken van de gegevensbestanden op uw vaste schijf.
batterij — Een oplaadbare interne stroombron die wordt gebruikt om draagbare computers te laten werken wanneer die niet op een netadapter en
stopcontact zijn aangesloten.
BIOS — basic input/output system (basissysteem voor invoer/uitvoer)— Een programma (of hulpprogramma) dat dient als een interface tussen de
computerhardware en het besturingssysteem. Breng geen veranderingen aan in deze instellingen als u niet weet wat voor effect dit heeft op de computer.
Wordt ook wel systeemsetup genoemd.
bit — De kleinste gegevenseenheid die door de computer can worden geïnterpreteerd.
Bluetooth® draadloze technologie — Een norm voor draadloze technologie voor netwerkapparaten binnen een klein bereik (9 m [29 voet]) die het mogelijk
maakt dat apparaten elkaar automatisch herkennen.
bps — bits per seconde— De standaardeenheid voor het meten van verbindingssnelheid.
BTU — British thermal unit (Britse eenheid van warmte) — Een maateinheid voor het meten van warmteuitvoer.
bus — Een communicatieverbinding tussen de onderdelen in uw computer.
bussnelheid — De snelheid in MHz die aangeeft hoe snel een bus gegevens kan overdragen.