Terug naar inhoudspagina
Het systeemsetupprogramma
Dell Precision™ Mobile Workstation M90 Handleiding
Overzicht
Systeemsetupschermen
Veelgebruikte opties
Overzicht
OPMERKING:
Uw besturingssysteem kan de meeste opties in de systeemsetup automatisch configureren, waardoor opties die u via de systeemsetup
hebt ingesteld, worden overschreven. (Een uitzondering hierop is de optie External Hot Key (externe sneltoets) die u alleen via de systeemsetup kunt
in- en uitschakelen.) Open Help en ondersteuning (zie
uw besturingssysteem.
U kunt de systeemsetup als volgt gebruiken:
Voor het instellen of wijzigen van door de gebruiker selecteerbare functies — bijvoorbeeld het wachtwoord van uw computer
l
Voor het controleren van de huidige configuratie van de computer, zoals de hoeveelheid systeemgeheugen
l
Nadat u de computer hebt geïnstalleerd, voert u de systeemsetup uit om uzelf vertrouwd te maken met de systeemconfiguratiegegevens en optionele
instellingen. Het kan nuttig zijn de gegevens op te schrijven voor toekomstig gebruik.
In de schermen van de systeemsetup worden de huidige setupgegevens en instellingen voor uw computer weergegeven, zoals:
Systeemconfiguratie
l
Opstartvolgorde
l
Instellingen voor opstartconfiguratie en configuratie van het koppelapparaat
l
Basisinstellingen voor apparaatconfiguratie
l
Instellingen voor systeembeveiliging en vaste schijf-wachtwoord
l
KENNISGEVING:
Als u geen expert bent in het gebruik van computers of geen instructies hiertoe hebt van de technische ondersteuning van Dell, kunt
u de instellingen voor de systeemsetup beter niet wijzigen. Sommige wijzigingen kunnen ervoor zorgen dat uw computer niet goed meer werkt.
De systeemsetupschermen weergeven
1. Start of herstart de computer.
2. Als het DELL™-logo verschijnt, drukt u direct op <F2>. Als u te lang wacht en het logo van Windows verschijnt, moet u wachten totdat u het bureaublad
van Windows ziet. Sluit vervolgens de computer af en probeer het opnieuw.
Systeemsetupschermen
In het systeemsetupprogramma worden primaire instellingscategorieën aan de linkerkant vermeld. Als u de instellingstypen in een categorie wilt zien, moet u
de categorie markeren en op <Enter> drukken. Wanneer u een instellingstype markeert, wordt aan de rechterkant van het scherm de waarde voor dat
instellingstype weergegeven. U kunt instellingen wijzigen als deze wit in het scherm worden weergegeven. Waarden die u niet kunt wijzigen (omdat ze door
de computer worden bepaald) worden minder helder weergegeven.
U vindt de toetsfuncties voor systeemsetup aan de onderkant van het scherm.
Veelgebruikte opties
Voordat de instellingen voor bepaalde opties van kracht worden, moet u eerst de computer opnieuw starten.
De opstartvolgorde wijzigen
De opstartvolgorde vertelt de computer waar deze moet zoeken naar de software die nodig is om het besturingsssysteem te starten. U kunt de
opstartvolgorde bepalen en apparaten in- of uitschakelen met de pagina Boot Sequence (opstartvolgorde) in de categorie System (systeem).
OPMERKING:
Zie
Eenmalig opstarten uitvoeren
Op de pagina Boot Sequence (opstartvolgorde) wordt een algemene lijst weergegeven met daarin de opstartapparaten die op de computer kunnen worden
geïnstalleerd, inclusief maar niet beperkt tot het volgende:
Windows Help en Support
Center) voor meer informatie over het configureren van functies voor
als u de opstartvolgorde eenmalig wilt wijzigen.