DSL — Digital Subscriber Line — Een technologie die een constante, zeer snelle internetverbinding biedt via een analoge telefoonlijn.
dubbele display-modus — Een beeldscherminstelling die het u mogelijk maakt een tweede monitor te gebruiken als uitbreiding van het normale beeldscherm.
Wordt ook wel uitgebreide weergavemodus genoemd.
dvd — digital versatile disc — Een schijf met hoge opslagcapaciteit, die meestal wordt gebruikt om films op te slaan. Dvd-stations lezen ook de meeste cd-
media.
dvd-r — Dvd recordable — Een versie van de dvd waarop u zelf gegevens kunt opslaan. U kunt slechts een keer gegevens opslaan op een dvd-r. Eenmaal
opgeslagen gegevens kunnen niet worden gewist of overschreven.
dvd+rw — Dvd rewritable — Een overschrijfbare versie van een dvd. U kunt gegevens op een dvd-rw-schijf opslaan en u kunt deze vervolgens wissen en
overschrijven. (dvd+rw-technologie is iets anders dan dvd-rw-technologie.)
dvd+rw-station — station dat dvd's en de meeste cd-media kan lezen en dat naar dvd+rw-schijven kan schrijven.
dvd-speler — De software die wordt gebruikt om dvd-films weer te geven. De dvd-speler geeft een venster weer met daarin knoppen die u kunt gebruiken om
een film te bekijken.
dvd-station — Een station waarin optische technologie wordt gebruikt om gegevens te lezen vanaf dvd's en cd's.
DVI — digital video interface — Een norm voor digitale overdracht tussen een computer en een digitaal beeldscherm.
E
ECC — error checking and correction — Een type geheugen dat speciale circuits bevat voor het testen van gegevens terwijl deze het geheugen binnenkomen
en verlaten.
ECP — extended capabilities port — Een ontwerp voor een paralelle aansluiting dat verbeterede bidirectionele gegevensoverdracht biedt. Net als bij EPP
wordt bij ECP rechtstreekste geheugentoegang gebruikt om gegevens over te brengen en zorgt het vaak voor prestatieverbetering.
EIDE — enhanced integrated device electronics — Een verbeterde versie van de IDE-interface voor vaste schijven en cd-stations.
EMI — electromagnetic interference — Electriciteitsstoring die wordt veroorzaakt door elektromagnetische straling.
ENERGY STAR® — Vereisten van het Environmental Protection Agency (Amerikaanse milieubeschermingsinstantie) waardoor het algehele verbruik van
elektriciteit afneemt.
EPP — enhanced parallel port — Een ontwerp voor een paralelle aansluiting dat bidirectionele gegevensoverdracht biedt.
ESD — electrostatic discharge — Electrostatische ontlading: een snelle ontlading van statische elektriciteit. ESD kan schade veroorzaken in de geïntegreerde
circuits die worden aangetroffen in computer- en communicatieapparatuur.
ExpressCard — Een verwijderbare I/O-kaart volgens de PCMCIA-norm. Veel voorkomende typen ExpressCards zijn modems en netwerkkaarten. ExpressCards
bieden ondersteuning voor zowel de PCI Express-norm als de USB 2.0-norm.
F
Fahrenheit — Een temperatuurmetingsschaal waarbij 32° het vriespunt van water is en 212° het kookpunt van water.
FCC — Federal Communications Commission — Een instantie in de V.S. die verantwoordelijk is voor het ten uitvoer leggen van wet- en regelgeving op gebied
van communicatie, waarin wordt bepaald hoeveel straling computers en andere elektronische apparatuur mogen verspreiden.
formatteren — Het proces waarmee een station of schijf wordt voorbereid op bestandsopslag. Tijdens het formatteren van een station of schijf gaan
eventuele hierop bestaande gegevens verloren.
FSB — front side bus — Het gegevenspad en de fysieke interface tussen de processor en het RAM-gegeugen.
FTP — file transfer protocol — Een standaard internetprotocol dat wordt gebruikt om bestanden uit te wisselen tussen computers die op het internet zijn
aangesloten.
G
G — afkorting voor zwaartekracht — Een maateenheid voor gewicht en kracht.
GB — gigabyte — Een maateenheid voor gegevensopslag die gelijk is aan 1024 MB (1.073.741.824 byte). Wanneer deze term wordt gebruikt om naar
opslagruimte op de vaste schijf te verwijzen, wordt de term vaak afgerond naar 1.000.000.000 bytes.
geïntegreerd — Verwijst meestal naar componenten die zich fysiek op het moederbord van de computer bevinden. Wordt ook wel ingebouwd genoemd.
geheugen — Een tijdelijk gegevensopslaggebied binnen de computer. Aangezien de gegevens in het geheugen niet permanent zijn, wordt aanbevolen dat u
de bestanden vaak opslaat terwijl u er aan werk en dat u uw bestanden altijd opslaat voordat u de computer uitschakelt. De computer kan diverse soorten
geheugen bevatten, zoals RAM, ROM en videogeheugen. Het geheugen wordt meestal gebruikt als een synoniem voor RAM.
geheugenadres — Een specifieke locatie waarop gegevens tijdelijk in het RAM worden opgeslagen.
geheugenmodule — Een kleine printplaat waarop zich geheugenchips bevinden en die op het moederbord wordt aangesloten.