Veervoorspanning
2
2
42
d
Waarschuwing:
Stel vóór het begin van de rit
de veervoorspanning in op
basis van het totale gewicht.
Om veiligheidsredenen mag
de veervoorspanning niet tij-
dens het rijden worden ver-
steld. Breng de motorfiets tot
stilstand, alvorens de voor-
spanning te verstellen.
Veervoorspanning
instellen
• Plaats de motorfiets op de
zijstandaard (
• Stel de veervoorspanning met
knop 1 in
1
52)
b
Standaardinstelling solo:
• Knop 1 linksom in de pijl-
richting „LOW" tot aan de
aanslag draaien
• Knop 1 een slag rechtsom in
de pijlrichting „HIGH" draaien
Instelling voor duopassagier
en bagage:
• Knop 1 in de pijlrichting
„HIGH" tot aan de aanslag
rechtsom draaien