11.1.2 Referentiegewicht als numerieke waarde invoeren
Als het eenheidsgewicht (referentiewaarde) bekend is, kan het direct worden
ingevoerd. Omdat de weegschaal met deze methode geen referentiewaarde hoeft te
bepalen, schakelt de weegschaal na bevestiging van het gewicht van het
referentiestuk direct op stuks tellen over.
Met de navigatietoetsen de app <Piece counting> selecteren en met PRINT
bevestigen, het wordt het actueel ingestelde aantal referentiestuks afgelezen.
Met de toets MENU de instelling "Handmatig" kiezen.
Met de toets PRINT bevestigen.
Met de navigatietoetsen (zie hoofdstuk 3.2.2) het bekende referentie-
eenheidsgewicht in gram invoeren. Om de decimale punt in te stellen, de toets
CAL lang ingedrukt te houden. Door TARE te drukken en gedrukt te houden,
wordt de ingevoerde tekst verwijderd.
Met de toets PRINT bevestigen.
De weegschaal bevindt zich nu in de modus van het aantal stuks bepalen en telt
alle onderdelen op het weegschaalplateau (zie hoofdstuk12.1.1 „Het proces van het
aantal stuks bepalen doorvoeren").
Bij overschrijding van het minimaal eenheidsgewicht wordt een foutmelding
weergegeven. Naar de weegmodus met de toets ON/OFF teruggaan en het proces
opnieuw starten.
Terug naar de weegmodus
De toets ON/OFF drukken.
62
TALJG_A/TALSG_A/TPLJG_A/TPLSG_A-BA-nl-2011