Het bepaalde gemiddelde gewicht van een enkel onderdeel wordt als
referentiegewicht overgenomen zodra het weegresultaat is gestabiliseerd.
Er worden afgelezen: actueel geplaatst gewicht "G", referentiegewicht "AUW" en
aantal stuks "St.".
De referentielast afnemen. De weegschaal staat nu in de modus van bepalen
van aantal stuks
weegschaalplateau bevinden.
Indien het niet mogelijk is om de referentiewaarde te bepalen omdat het
gewogen materiaal niet stabiel is of het referentiegewicht te klein is,
verschijnt tijdens de bepaling van de referentiewaarde de volgende
aanduiding:
Verhoog het gewicht van de te tellen elementen of kies een
weegschaal met een hogere resolutie.
Op de display verschijnt het bericht "Volgende elementen ..." om het
referentiegewicht te optimaliseren, omdat het opgelegde aantal stuks niet
voldoende is voor het correct creëren van de referentiewaarde.
Volgende elementen leggen maar minstens het dubbele van de
hoeveelheid.
De toets PRINT drukken, het referentiegewicht wordt opnieuw
berekend.
Indien het opgelegde aantal nog
steeds te klein blijkt, de volgende
elementen opleggen en met de
toets PRINT bevestigen. Het proces
zo vaak herhalen dat het aantal
stuks verschijnt.
60
en telt alle elementen samen die zich op het
Overschrijding van het minimumgewicht van de getelde
elementen
of
TALJG_A/TALSG_A/TPLJG_A/TPLSG_A-BA-nl-2011
Het opgelegde aantal stuks is
voldoende om de referentiewaarde
te bepalen. De referentielast
afnemen. De weegschaal staat nu
in de modus van bepalen van
aantal stuks en telt alle elementen
samen die zich op het
weegschaalplateau bevinden.