Airconditioning
De airco-installatie werkt alleen bij draai-
ende motor.
Druk op de toets op het bedieningspa-
neel.
Lampje aan = systeem in werking
Voor een doeltreffende werking van de airconditioning
moeten alle ramen gesloten zijn.
Zet de bediening van de aanjagerknop 3 niet op "0", omdat
de lucht anders niet gekoeld kan worden.
Recirculeren interieurlucht
Met deze functie kunt u het interieur afslui-
ten voor onaangename geuren of rook, en
de snelheid en doeltreffendheid van de air-
conditioning verhogen.
Afhankelijk van de uitvoering drukt u op de toets A (lampje
brandt) of verplaatst u de knop B.
Het interieur wordt hiermee afgesloten van de buiten-
lucht.
Zet de ventilatie weer aan zodra de omstandigheden dit
toelaten om de lucht in het interieur te verversen en om te
voorkomen dat de ruiten beslaan.
Let op: wilt u het interieur snel verwarmen, zet dan de
bediening A of B in de stand recirculeren en de bediening
4 helemaal in het rode gebied.
C2_2006-01_FRA_indexe.indd Sec1:71
BAT-C2_2006-01_ NEL_indexe.indd Sec1:71
BAT-C2_2006-01_ NEL_indexe.indd Sec1:71
C2_2006-01_FRA_indexe.indd Sec1:71
HANDBEDIENDE AIRCONDITIONING
Wanneer de auto langere tijd in de zon heeft gestaan, waardoor het in de auto zeer
warm is geworden, doet u het volgende:
•
Zet eerst even alle ramen open om het interieur te ventileren en sluit vervol-
gens alle ramen.
•
Stel de temperatuur in met de knop 4: kies de meest koude stand.
•
Open de ventilatieroosters.
•
Gebruik de stand recirculeren interieurlucht.
•
Zet de aanjager 3 bijna in de hoogste stand.
•
Zet, zodra het in het interieur weer aangenaam is geworden, de aanjager 3 en
de temperatuurknop 4 in de gewenste stand.
B
4
5
3
5
A
4
3
III
71
25/04/2006 11:17:21
25/04/2006 11:17:21
04/04/2006 17:54:51
04/04/2006 17:54:51