Boordcomputer
Invoeren van de af te leggen afstand:
•
Druk op toets A.
•
Kies met knop B het icoon "Boordcom-
puter" en bevestig de keuze door op
knop C te drukken.
•
Kies met knop B het invoeren van de
afstand. Bevestig uw keuze door op C
te drukken.
•
Kies het cijfer dat gewijzigd moet wor-
den met B en bevestig dat door op C te
drukken.
•
Met knop B kan de juiste waarde geko-
zen worden die dan met een druk op C
bevestigd wordt.
•
Bevestig de instelling met "OK".
Inzien van het logboek van waarschu-
wingen:
•
Druk op toets A.
•
Kies met knop B het icoon "Boordcom-
puter" en bevestig de keuze door op
knop C te drukken.
•
Kies het logboek van waarschuwingen.
•
Met knop B kunt u door de lijst lopen.
•
Druk op D om terug te gaan naar de
permanente weergave.
Ga op een soortgelijke wijze te werk om
de status van functie te bekijken.
C2-2006-01-ENG.indd Sec1:49
BAT-C2_2006-01_ NEL_indexe.indd Sec1:49
BAT-C2_2006-01_ NEL_indexe.indd Sec1:49
C2-2006-01-ENG.indd Sec1:49
MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY
DISPLAY C
Persoonlijke instellingen
Aan-/uitzetten
van
de
werking van de achterruitenwisser bij
inschakelen van de achteruitverstelling:
•
Druk op toets A.
•
Kies met knop B het icoon "Persoonlijke
instellingen" en bevestig uw keuze door
op knop C te drukken.
•
Kies het submenu met auto-instellin-
gen. Bevestig uw keuze door op C te
drukken.
•
Kies met B de functie parkeerhulp.
Bevestig uw keuze door op C te druk-
ken.
•
Vink door te drukken op C de achter-
ruitenwisser aan of uit om deze te acti-
veren c.q. uit te schakelen.
•
Bevestig de instelling met "OK".
Let op: het aan-/uitzetten treedt onmiddel-
lijk in werking.
In- en uitschakelen van de "Follow me
home "-verlichting:
•
Druk op toets A.
•
Kies met knop B het icoon "Persoonlijke
instellingen" en bevestig uw keuze door
op knop C te drukken.
•
Kies het submenu met auto-instellin-
gen. Bevestig uw keuze door op C te
drukken.
•
Kies met knop B verlichting en signale-
ring. Bevestig uw keuze door op C te
automatische
drukken.
•
Door nu op knop C te drukken kunt u
via aanvinken de verlichting in- en uit-
schakelen. Kies na het inschakelen de
tijdsduur door op C te drukken, met B
de duur te kiezen en vervolgens weer
op C te drukken.
•
Bevestig de instelling met "OK".
In- en uitschakelen automatische ver-
lichting:
•
Druk op toets A.
•
Kies met knop B het icoon "Persoonlijke
instellingen" en bevestig uw keuze door
op knop C te drukken.
•
Kies het submenu met auto-instellin-
gen. Bevestig uw keuze door op C te
drukken.
•
Kies met knop B verlichting en signale-
ring. Bevestig uw keuze door op C te
drukken.
•
Vink de automatische werking van de
koplampverlichting aan of uit door op C
te drukken, om deze in- of uit te scha-
kelen.
•
Druk op toets C.
Let op: het inschakelen van deze functie
gebeurt direct; om deze functie uit te schak-
len, moet het contact worden afgezet.
II
49
25/04/2006 11:17:20
25/04/2006 11:17:20
24/03/2006 17:13:14
24/03/2006 17:13:14