Betreft: Motorfietsen met handbescherming
Storingen door ver-
draaide handbescher-
ming
Als de handbescherming en de
hendel dusdanig gedraaid zijn
dat ze contact maken, kan dit lei-
den tot constante bediening van
de hendel. Daardoor zijn storin-
gen van de koppelings- of rem-
functie mogelijk.
Oorzaken kunnen zijn:
– Ongeval of val
– Ondeskundig transport
– Losgeraakte boutbevestiging
– Niet-toegestane ergonomi-
sche instellingen (zie handlei-
ding "Koppelingshendel
instellen" resp. "Remhendel
instellen")
• Vóór elke rit de vrije ruimte van
de koppelings- resp. remhen-
del controleren.
Vrije ruimte van de hen-
dels controleren
De vrije ruimte is gewaarborgd,
als:
– één vinger tussen de hendel
en de handbescherming past
of
OA
– de hendel uit de rustpositie
eenvoudig naar voren kan wor-
den bewogen.
Handbescherming
uitrichten
• De hendel naar voren drukken.
De handbescherming zodanig
verdraaien, dat het einde van
de hendel het kruis op de stik-
ker raakt.