Inhoudsopgave
Advertenties
Systeem Configuratie
Wanneer alle kanalen hetzelfde uitgangsniveau
hebben, zet u met volume d het niveau op
ca. –40 dB, anders zal het afspeelniveau te hoog
zijn zodra de muziek begint te spelen. Daarna
drukt u op testsignaal 8 om de testtoon uit
te schakelen en het proces af te ronden.
Om de uitgangssignalen op elk willekeurig
moment te corrigeren met het lopende program-
mamateriaal en zonder testsignaal drukt u eerst
op Kanaalkeuze C. Druk dan op
om langs de beschikbare luidsprekerkanalen te
lopen als deze in de semi In-Beeld display ver-
schijnen en op de Onderste Display Regel
˜. Wanneer de naam van het te corrigeren
kanaal verschijnt, drukt u op Set F en u
E om het niveau van dat
gebruikt da
⁄
/
¤
kanaal in te stellen. Zodra het niveau is ingesteld
drukt u weer op Set F en met
⁄
kiest u een ander kanaal. Zijn alle instellingen
gemaakt en wordt gedurende vijf seconden geen
toets ingedrukt, dan keert het apparaat terug
naar normaal gebruik.
BELANGRIJK: se afregeling van het uitgangsni-
veau zal niet effectief zijn voor alle ingangen,
maar alleen voor de werkelijk geselecteerde sur-
roundfuncties. Om ook effectief te zijn voor een
andere functie, kiest u die functie (met welke
ingang dan ook) en u herhaalt de boven
omschreven inregeling. Zo kunt u verschillen in
niveaus tussen luidsprekers, die per surround-
functie kunnen verschillen, compenseren, of het
niveau van bepaalde luidsprekers opzettelijk ver-
hogen of verlagen, e.e.a. afhankelijk van de
gekozen surroundfunctie.
Opmerking: niveau inregeling is niet beschik-
baar voor de VMAx of Surround uit functie, aan-
gezien er geen surround luidsprekers gebruikt
worden (en er dus geen niveauverschillen kun-
nen optreden tussen luidsprekers in dezelfde
kamer). Maar om niveauverschillen te compense-
ren tussen stereo, VMAx en andere surroundfunc-
ties (onafhankelijk van de gekozen ingang) kun-
nen de uitgangen ingeregeld worden met de pro-
cedure voor fijnregeling van de niveaus, zie pagi-
na 36, ook voor de Surround uit (stereo) en
VMAx functies.
Klankregeling
In dit menu kunt u de klankregeling configure-
ren. Wilt u op dit moment de instellingen niet
veranderen, ga dan verder naar het volgende
menu. Mocht u wel wijzigingen willen aanbren-
gen, controleer dan of het
beeld staat en dat de © cursor naar
wijst en druk op Set F. Het
CONTROL
TONE CONTROL
E
/
⁄
¤
*
T O N E
→
T O N E
B A S S
T R E B L E
B A C K
T O
E
/
¤
Afbeelding 11
Op de eerste regel wordt bepaald of de hoog/
laag klankregeling in de signaalweg wordt opge-
nomen. Standaard is deze ingeschakeld en wan-
neer u deze wilt verwijderen om de schakeling of
'recht' te zetten, controleer dan of de © cursor
naar de regel
TONE
menu wijst en druk op
zodat
(uit) in negatief video wordt gemar-
OUT
keerd.
Wilt u de klankregeling in de signaalweg laten
staan, dan kunt u laag en hoog versterker of ver-
zwakken door op
de © cursor naast de regel staat die u wilt corri-
geren. Vervolgens drukt u op
E tot de gewenste instelling verschijnt.
www.audiodna.sk
in
AUDIO SETUP
TONE
menu verschijnt (Afb. 11).
C O N T R O L
*
: I N
: 0
: 0
A U D I O
S E T U P
(klankregeling) in het
Navigatie E
‹
/
›
Navigatie E zodat
⁄
/
¤
Navigatie
‹
/
›
Extra Audio Instellingen Ingangen
Nadat de Audio Instellingen voor één ingang
voor de Surround functie, digitale ingang (indien
aanwezig), luidsprekertype en de uitgangsni-
veaus zijn gemaakt, gaat u terug naar de
regel in het
IN/OUT SETUP
(hoofdmenu – afb. 1) en voert ui de
MENU
instellingen voor alle ingangen die u wilt gebrui-
ken in. Meestal verschillen alleen de digitale
ingangen en de surround functie per ingang; de
overige zijn meestal identiek.
Wilt u een andere luidsprekergrootte en wissel-
frequentie instellen voor een ingang, vergeet dan
niet de
instelling op
BASSMGR
INDE-
te zetten, als op pagina 24 aange-
PENDENT
geven. Zijn alle instellingen en correcties
gemaakt, druk dan op In-Beeld Display L
om naar normaal gebruik van de AVR terug te
keren.
SYSTEEMCONFIGURATIE 29
MASTER
Advertenties
Inhoudsopgave
