Systeem Configuratie
• Dimension (afmetingen): deze instelling wijzigt
de perceptie van de diepte van het surround
klankbeeld door het ondieper te maken, waar-
door de geluiden dichter bij het front van de
kamer lijken, of juist een diepere presentatie
waarbij het centrum zich meer naar de achter-
zijde van de kamer lijkt te verplaatsen. De
instelling "0" is de neutrale standaardinstelling
met het "R-3" bereik voor een dieper naar ach-
ter georiënteerd beeld en "F-3" voor een ondie-
per, naar voor georiënteerd beeld.
• Panorama: schakel deze instelling in of uit om
een meer omringende weergave te krijgen die
vooral de perceptie van geluid van de zijwan-
den van de kamer versterkt.
Om deze parameters te wijzigen, drukt u op
Navigatie E terwijl het DOLBY SUR-
/
⁄
¤
ROUND menu in beeld staat tot de © cursor op
de regel staat met de parameter die u wilt wijzi-
Navigatie E om de
gen. Druk dan op
/
‹
›
instelling naar wens te wijzigen.
Denk er aan dat wanneer Dolby Digital is gekozen
er aanvullende instellingen beschikbaar komen
voor de Nacht Functie die alleen met surround
gekoppeld zijn, niet met de ingang.Vandaar dat
deze instellingen slechts één keer gemaakt wor-
den en niet voor elke ingang afzonderlijk..
* *
D O L B Y
S U R R O U N D
→
M O D E :
D O L B Y
D I G I T A L
C E N T E R
W I D T H :
- - -
D I M E N S I O N
:
- - -
P A N O R A M A
:
- - -
N I G H T
:
O F F
B A C K
T O
S U R R
S E L E C T
Afbeelding 6
Instellen nachtfunctie
De nachtfunctie is een functie van Dolby Digital
die een speciale bewerking gebruikt om het dyna-
misch bereik en de verstaanbaarheid van het film-
geluid te behouden, terwijl het piekniveau
begrensd wordt. Zo wordt voorkomen dat plotse-
ling pieken anderen storen, zonder dat de impact
van de digitale bron al te zeer wordt aangetast.
Merk op dat de nachtfunctie alleen beschikbaar is
bij weergave van Dolby Digital signalen.
Om de Nacht Functie vanuit het menu in te stel-
len drukt u op OSD L zodat het
(hoofd) menu verschijnt. Druk vervolgens op
E om het
menu te ope-
AUDIO SETUP
nen en druk op Set F om het
SURROUND
menu te kiezen. Druk op Set F om
SETUP
het
menu te kiezen (zie afb. 6).
DOLBY
Om de Nacht Functie in te stellen kijkt u of de
cursor © op
in het
NIGHT
DOLBY
E om te kiezen uit de
staat. Druk dan op
‹
/
›
volgende mogelijkheden:
(uit): wanneer OFF (uit) is gemarkeerd,
OFF
werkt de nachtfunctie niet.
(medium): wanneer MID (medium) gemar-
MID
keerd is wordt een geringe compressie toegepast
worden.
: wanneer MAX gemarkeerd is wordt een
MAX
sterke compressie toegepast.
Wanneer u de Night functie wilt gebruiken, raden
we u aan aanvankelijk de MID instelling (medium)
te kiezen en eventueel later, indien nodig, naar
MAX (maximum) te gaan.
Denk er aan dat de Night functie op elk moment
direct gecorrigeerd kan worden wanneer de Dolby
Digital surround functie is geactiveerd door op
Night B te drukken. Wanneer u op de toets
drukt verschijnt
derde deel van het beeld en in de display ˜.
Druk binnen drie seconden op de
de gewenste instelling te kiezen en vervolgens op
instellen F om de instelling te bevestigen.
In het
menu worden de keuzes die ge-
DTS
maakt zijn met
‹
bepaald door de combinatie van het soort DTS
programma materiaal dat wordt afgespeeld en of
het gaat om een 5.1 dan wel een 6.1/7.1 luid-
spreker configuratie.
Wanneer een 5.1 configuratie in gebruik is zal de
AVR automatisch de 5.1 versie van DTS kiezen
zodra een DTS data stream wordt ontvangen.
Wordt 6.1/7.1 gekozen dan zal DTS-ES Discrete
* *
automatisch worden geactiveerd zodra een DTS
bron met de ES Discrete vlag wordt gebruikt, ter-
wijl de DTS-ES Matrix functie wordt geactiveerd
wanneer een ES Matrix gecodeerd audionummer
wordt ontvangen. In beide gevallen wordt desbe-
treffende surround functie aangegeven op de
onderste displayregel ˜ en in beeld. In al die
gevallen licht DTS-ES op. Wordt een niet-DTS
disc afgespeeld en is 6.1/7.1 gekozen, dan zal het
apparaat automatisch DTS+NEO:6 kiezen voor
een volledig 8 luidspreker surround weergave. Zie
pagina 33 en 39 voor een overzicht van de DTS
functies.
Bij het afspelen van een analoge of tweekanalen
PCM bron zijn de DTS Neo:6 functies beschikbaar,
voor het creëren van een 3-, 5- of 6 kanalen
weergave. Welke functies exact beschikbaar zijn,
wordt bepaald door het aantal luidsprekerposities
die in het
SPEAKER SETUP
gelegd. Zie pagina 24 om het systeem voor het
aantal in uw systeem beschikbare luidsprekers te
configureren.
MASTER
¤
In het
LOGIC 7
E op de afstandsbediening bepaald door de
luidspreker configuratie 5.1 of 6.1/7.1 die in
gebruik is. In beide gevallen biedt de keus van
Logic 7 functie de Harman Kardon exclusieve
Logic 7 processor een volledig omringend, meer-
menu
kanaals surround van een tweekanaals Stereo of
Matrix gecodeerd programma, zoals een VHS cas-
sette, laserdisc of televisieprogramma met Dolby
Surround.
www.audiodna.sk
in het onderste
D-RANGE
E om
/
⁄
¤
E op de afstandsbediening
/
›
menu zijn vast-
menu wordt de keus met
/
‹
›
In de 5.1 configuratie kunt u Logic 7/5.1 Music,
Cinema of Enhanced kiezen. Deze werken het
beste met tweekanaals muziek, surround geco-
deerde programma's of standaard tweekanaals
programma's van elk type. Is 6.1/7.1 gekozen,
dan zijn Logic 7/7.1 Music of Cinema beschik-
baar, maar alle 8 kanalen worden uitgestuurd.
Denk er aan dat de Logic 7 functies niet beschik-
baar zijn wanneer Dolby Digital of DTS Digital
geluid wordt gespeeld.
In het
) menu wordt met
DSP
(
SURR
E op de afstandsbediening een van de DSP
surround functies gekozen die ontwikkeld zijn
voor gebruik met tweekanaals stereo program-
ma's voor een reeks ruimtebeelden. De mogelijk-
heden zijn Hall 1, Hall 2, Theater, VMAx Near en
VMAx Far. De Hall en Theater functies zijn
bedoeld voor meerkanaals systemen, terwijl de
beide VMAx functies geoptimaliseerd zijn voor
een volledig klankbeeld met uitsluitend de front
links en rechts luidsprekers. Zie pagina 33 en 34
voor een uitgebreid overzicht van de DSP functies.
Denk er aan dat de Hall en Theater functies niet
beschikbaar zijn wanneer Dolby Digital of DTS
materiaal wordt afgespeeld.
In het
menu wordt gekozen met
STEREO
E op de afstandsbediening voor traditionele
stereoweergave zonder surround, of voor 5
STEREO of 7 STEREO decodering bepaald
door het gebruik van 5.1 of 6.1/7.1. In het laatste
geval wordt het stereosignaal naar beide front
luidsprekers gestuurd, naar de achter luidsprekers
en de beide surround achter luidsprekers (indien
aanwezig), terwijl de mono signalen over alle
luidsprekers worden verspreid, ook de centrum.
Zie pagina 34 voor een toelichting van de Stereo
5 en Stereo 7 functies.
Om naar een analoge stereobron te luisteren zon-
der enige bewerking van de bas, waardoor de lin-
ker en rechter front luidsprekers een breedband
signaal krijgen, recht door van ingang tot de volu-
Navigatie E
meregelaar, drukt u op
/
‹
›
zodat
(uit) in beeld wordt
SURROUNF OFF
gemarkeerd. Om te luisteren naar tweekanaals
analoge bronnen mèt het Bass management sys-
teem van de AVR doet u door op
‹
E te drukken zodat
SURROUND OFF +
in beeld wordt gemarkeerd.
DSP
Dit menu kent ook een instelling om de upsamp-
ling van het apparaat in en uit te schakelen. In
normaal gebruik is deze functie uitgeschakeld,
wat wil zeggen dat digitale bronnen worden
bewerkt op hun oorspronkelijke sampling rate.
Voorbeeld: een bron met 48 kHz sampling fre-
quentie wordt ook op 48 kHz behandeld. Maar
de AVR kan binnenkomende 48 kHz signalen ook
op 96 kHz behandelen voor extra resolutie.
Om van deze functie te profiteren drukt u op
Navigatie E zodat de © cursor naast
/
⁄
¤
de regel
staat en druk op
UPSAMPLING
Navigatie E zodat
(aan) in negatief video
O N
wordt gemarkeerd. Denk er aan dat deze functie
alleen beschikbaar is voor Dolby Pro Logic II –
SYSTEEMCONFIGURATIE 23
/
‹
›
/
‹
›
Navigatie
/
›
‹
/
›