NORMAAL ONDERHOUD
In dit gedeelte wordt beschreven welke onderdelen regelmatig
moeten worden onderhouden of vervangen.
Op de SERVICE/ONDERHOUDSKAART staan de diverse
onderdelen beschreven en wordt tevens aangegeven wanneer
onderhoud dient plaats te vinden. Informatie over de oliekapaciteit enz.
kunt u vinden in het onderdeel ALGEMEEN in dit handboek.
Zie het Bedieningshandboek voor de Motor voor specifikaties of
speciale vereisten voor de motor wat betreft reparatie of (preventief)
onderhoud.
Perslucht kan gevaarlijk zijn indien deze op onjuiste wijze wordt
gebruikt. Voordat u werkzaamheden aan de kompressor gaat
uitvoeren, dient u zich ervan te verzekeren dat de kompressor niet
meer onder druk staat en niet per ongeluk kan worden gestart.
Als de automatische afblaasklep weigert te werken, moet de druk
gelijkmatig ontlast worden m.b.v. de handbediende afblaasklep. Hierbij
dient passende beveiligingsuitrusting gedragen te worden.
Zorg ervoor dat onderhoudspersoneel voldoende getraind en
bevoegd is en de onderhoudshandboeken gelezen heeft.
Alvorens te proberen enig onderhoudswerk uit te voeren,
verzekeren dat:
.
alle luchtdruk geheel ontlast en van het systeem geïsoleerd is. Als
de automatische afblaasklep voor dit doel gebruikt wordt, voldoende
tijd uittrekken om hem de bewerking te laten voltooien
De perleiding/spruitstuk ruimte moet drukloos gehouden worden
door de persluchtklep te openen; hierbij uit de weg van eventueel
uitstromende lucht blijven.
(P110, P130 & HP95)
OPM: Na werking van het automatische afblaasventiel blijft er altijd
druk achter in het deel van het systeem tussen het minimum druk
ventiel en het ontlastventiel.
DEZE DRUK MOET VOORZICHTIG ONTLAST WORDEN;
(a) DOOR EVENTUEEL STROOMAFWAARTSE APPARATUUR
LOS TE KOPPELEN.
(b) DOOR ONTLASTVENTIEL NAAR ATMOSFEER TE OPENEN
(EVENTUEEL OORBESCHERMING DRAGEN)
.
de machine niet per ongeluk of op enige andere wijze gestart kan
worden, door aanbrengen van waarschuwingsborden en/of passende
anti– start inrichtingen.
.
alle reststroombronnen (net en accu) geïsoleerd zijn.
Alvorens panelen te openen of te verwijderen om binnen een
machine te werken, verzekeren dat:
.
eenieder die de machine binnengaat zich bewust is van de lagere
graad van beveiliging en de extra gevaren, waaronder hete
oppervlakken en af en toe bewegende delen
.
de machine niet per ongeluk of op enige andere wijze gestart kan
worden, door aanbrengen van waarschuwingsborden en/of passende
anti– start inrichtingen.
Alvorens enig onderhoudswerk op een draaiende machine uit
te voeren, verzekeren dat:
ONDERHOUD
.
de uitgevoerde werkzaamheden beperkt blijven tot taken waarvoor
de machine moet lopen
.
de uitgevoerde werkzaamheden waarbij de veiligheidsinrichtingen
buiten werking gesteld of verwijderd zijn, beperkt blijven tot zulke taken
waarbij de veiligheidsinrichtingen buiten werking gesteld of verwijderd
moeten zijn.
.
alle aanwezige gevaren bekend zijn (bijv. onder druk staande delen,
onder spanning staande delen, verwijderde panelen, deksels en
beschermkappen, extreme temperaturen, in– of uitstromen van lucht,
af en toe bewegende delen, uitlaat van veiligheidsklep enz.).
.
passende persoonlijke bescherming gedragen wordt.
.
loshangende kleding, sieraden, lang haar veilig gemaakt worden.
Waarschuwingsborden die aangeven dat Onderhoudswerk in
.
uitvoering is op duidelijk zichtbare plaatsen aangebracht worden.
Na voltooien van onderhoudstaken en alvorens de machine
weer in gebruik te stellen, verzekeren dat:
.
de machine passend getest is
.
alle beschermkappen en veiligheidsinrichtingen aangebracht zijn
.
alle panelen teruggezet, kap en deuren gesloten zijn
.
gevaarlijke materialen effectief verpakt en afgevoerd zijn.
AFSLAGBEVEILIGING
Bestaande uit:
.
Lage oliedrukschakelaar in motor
.
Hoge temperatuurschakelaar in luchtuitlaat
.
Hoge motorolie temperatuurschakelaar
.
Dynamo V–snaar storings circuit.
.
Laag motorbrandstofpeil schakelaar
Lage oliedrukschakelaar in motor.
Test ook iedere drie maanden het motoroliedrukschakelaar
circuit als volgt:
.
Start de machine.
.
Sluit een kabel aan tussen de schakelaar aansluiting en aarde. De
machine moet nu stoppen.
OPM: Knop van inlaatklep niet indrukken.
Kontroleer elke twaalf maanden de schakelaar voor de oliedruk
in de motor. Doe dit als volgt:
.
Verwijder de schakelaar van de kompressor.
.
Sluit deze aan op een onafhankelijke bron van lage druk (lucht of
olie).
.
De schakelaar behoort bij een druk van 1,0 bar in werking te treden.
Plaats de zender terug.
Temperatuurschakelaar(s).
Test iedere drie maanden temperatuurschakelaar circuit(s) als
volgt:
.
Start de kompressor.
.
Zet elke schakelaar een voor een af. De kompressor behoort af te
slaan.
.
Sluit de schakelaar weer aan.
OPM: Knop van inlaatklep niet indrukken.
24
P90 P101 P110 P130
HP95 P150 P180 HP140 7/51