Inhoudsopgave
Advertenties
STARTEN
WAARSCHUWING! Onder geen beding mag gebruik worden
gemaakt van vluchtige vloeistoffen zoals ether om de kompressor
te starten.
Alle
gebruikelijke
startprocedures
bedieningsschakelaar uitgevoerd.
.
Draai de startsleutel naar positie 1 , het dynamolampje gaat nu
branden.
.
Draai de sleutel naar positie 3 (startpositie motor).
Draai de sleutel terug naar positie 2 zodra de motor start.
.
.
Draai terug naar positie 1 wanneer het dynamo laaadlampje uitgaat.
Bij temperaturen onder 0_C of als het moeilijk is voor het eerst te
starten:
Aansluitingkraan geheel openen zonder een slang aan te sluiten.
Bovenstaande startvolgorde uitvoeren
Zodra motor ongehinderd draait, servicekraan sluiten
Nooit machine voor lange perioden laten draaien met servicekraan
open.
Wachten tot machine bedrijfstemperatuur bereikt heeft.
Op dit punt in het bedrijf van de machine is het veilig om de volle
belasting op de motor aan te leggen.
OPM: Wanneer de motor gestart wordt met de kap open en lucht uit de
kraan stroomt, altijd oorbeschermers dragen.
STOPPEN
.
Sluit de service–afsluiter.
.
Laat de kompressor kort op nullast draaien zodat de motor kan
afkoelen.
.
Draai de sleutelschakelaar in de 0 –stand (uit–stand).
BEDIENINGS–INSTRUKTIES
N.B.: Zo gauw als de motor stopt, zal de automatische afblaas alle druk
afblazen uit het systeem.
gelijkmatig ontlast worden m.b.v. de handbediende afblaasklep. Hierbij
dient passende beveiligingsuitrusting gedragen te worden.
VOORZICHTIG! Zorg ervoor dat de kompressor nooit stationair draait
worden
met
de
terwijl het systeem nog onder druk staat.
NOODSTOP
KONTROLEPANEEL IN DE 0 –STAND (UIT–STAND) als de
kompressor in geval van nood moet worden uitgeschakeld.
HERSTARTEN NA EEN NOODSTOP
dan dient deze storing te worden opgespoord en verholpen voordat de
kompressor opnieuw kan worden gestart.
situatie voordoet, dan dient u er zeker van te zijn dat de kompressor
zonder gevaar kan funktioneren voordat de kompressor opnieuw kan
worden gestart.
STARTEN alvorens de kompressor opnieuw te starten.
KONTROLE TIJDENS BEDRIJF
zal de kompressor afslaan. Deze omstandigheden zijn:
.
.
.
.
.
Voorzichtig: Om bij lage temperaturen te verzekeren dat voldoende
olie naar de kompressor stroomt, de uitlaatdruk nooit onder 3,5bar
laten dalen.
Als de automatische afblaasklep weigert te werken, moet de druk
DRAAI
DE
SLEUTELSCHAKELAAR
Indien de kompressor is uitgeschakeld als gevolg van een storing,
Indien de kompressor is uitgeschakeld omdat zich een gevaarlijke
Raadpleeg de instrukties onder VOORDAT U BEGINT en
Indien een van de onderstaande omstandigheden zich voordoet,
Lage oliedruk in motor.
Hoge temperatuur in luchtuitlaat.
Hoge motorolie temperatuur.
Dynamo laad het elektrische systeem niet bij.
Laag motorbrandstofpeil.
20
OP
HET
P90 P101 P110 P130
HP95 P150 P180 HP140 7/51
Advertenties
Inhoudsopgave
