PERIODE
ITEM
Remmen.
Ingebruik–
name / 500
mijl.
(850Km)
Dagelijks.
Oliepeil.
Luchtfilter(s).
Brandstoftank.
Noodstop
(Voorpaneel).
Smeertoestel
(indien
aanwezig).
Aardsluitschak
elaar (WDG)
(Contactdoos
paneel).
Bevestigingss
chroeven
Wekelijks/
Schakelaars
voor
50 uur.
afslagbeveiligi
ng.
Motor.
Oliefilter van
kompressor.
V–snaar.
Maandelijks/
Oliekoeler.
150uur.
Oliefilter van
kompressor.
Slangen.
Onderstel.
ONDERHOUD
Removerbrenging controleren en
bijstellen.
Wielremmen
controleren
bijstellen.
Kontroleren en zonodig bijvullen.
Stofreservoir schoonmaken.
Bijvullen
om
kondensatie
voorkomen.
Werking van de voorziening testen.
Olie bijvullen.
Werking van de voorziening testen.
Controle (zie "veiligheid sectie")
Juiste afslagmoment kontroleren.
Zie het Bedieningshandboek voor
de Motor .
Vervangen na eerste 50 draaiuren.
Kontroleren op juiste spanning en
buitensporige
slijtage.
Indien
nodig,
opnieuw
spannen/vervangen.
Kontroleren op opeenhoping van
vuil. Zonodig met lucht of water
schoonspuiten.
Na
eerste
150
draaiuren
vervangen.
Kontroleren.
Stuuroverbrenging smeren (indien
van toepassing).
3 maanden/
Afslagbe–
veiliging.
250 uur.
Veiligheidsklep Veiligheidsklep met
en
Remmen.
te
Onderstel.
Aardsluitschak
elaar (WDG)
(Contactdoos
paneel).
ONDERHOUD
Werking van
de
schakelaars
kontroleren.
bedienen om te controleren dat het
klepmechanisme juist functioneert
en dat een weinig lucht ontsnapt.
Remkoppeling elke 3000 mijl of 3
maanden controleren en bijstellen
ter compensatie van eventuele rek
in de bowdenkabels.
De bouten kontroleren waarmee
het onderstel op het chassis zit
gemonteerd. Zonodig de bouten
aandraaien
(zie
TORSIEWAARDEN verderop in dit
handboek).
Borgplaatje
terugzetten
Remmen
remleidingen
afstellen
kontroleren. Verbindingen afstellen
en smeren. Sleepoogbouten onder
balg
controleren
(indien
toepassing).
Werking van de voorziening testen.
P90 P101 P110 P130
HP95 P150 P180 HP140 7/51
22
de
hand
onder
en
en
van