NAAIMODUS
De naaimodus is de eerste weergave op het grafisch display nadat u de
machine aanzet. Hier vindt u alle basisinformatie die u nodig hebt om te
beginnen met naaien. Dit is ook het menu waarin u de instellingen van
uw steek aanpast. Standaard is de rechte steek geselecteerd.
1. Aanbevolen naald voor de geselecteerde stof.
2. Aanbevolen naaivoet voor de geselecteerde steek.
3. De naaisnelheid wordt in drie niveaus aangegeven op het grafisch
display. Verlaag of verhoog de snelheid met de toets SpEED.
4. De stof en naaitechniek die op de Exclusive SEWING
ADVISoR™ functie zijn geselecteerd.
5. Aanbevolen draadspanning voor de geselecteerde stof en steek. De
aanbeveling wordt alleen weergegeven op de modellen 835
6. De geselecteerde steek, zowel afgebeeld als weergegeven met het
nummer.
7. Steeklengte. Verklein of vergroot de steeklengte door op de toetsen
- en + eronder te drukken.
8. Wanneer er een rechte steek is geselecteerd, wordt de naaldpositie
weergegeven in plaats van de steekbreedte. Verander de naaldpositie
met de toetsen - en + voor de steekbreedte.
9. Geeft aan dat de functie Horizontaal spiegelen is ingeschakeld.
10. Bij het naaien van een handmatig knoopsgat of bij het
stopprogramma is het pictogram voor achteruitnaaien te zien om
aan te geven dat u op de achteruitnaaitoets moet drukken wanneer
de kolommen van het knoopsgat of de stopsteek de gewenste lengte
hebben.
11. De steekdichtheid wordt weergegeven in plaats van de steeklengte
wanneer er een knoopsgat, trens of stopsteek is geselecteerd of
wanneer er een cordonsteek is geselecteerd en de toets Weergave
afwisselen wordt ingedrukt. Verklein of vergroot de steekdichtheid
door op de toetsen - en + eronder te drukken.
12. Steekbreedte. Verklein of vergroot de steekbreedte door op de
toetsen - en + eronder te drukken.
13. Indicatie van de grootte van het knoopsgat bij gebruik van de
knoopsgat-sensorvoet. Stel de grootte van de knoop in met de pijlen
omhoog en omlaag.
14. Aanbeveling om versteviging te gebruiken onder uw stof.
15. Het pictogram voor het omlaag brengen van de tanden van
de transporteur wordt weergegeven wanneer Free Motion is
ingeschakeld of knopen aannaaien is geselecteerd.
16. Stel het aantal steken dat op de knoop moet worden genaaid in met
de pijltoetsen omhoog en omlaag.
17. Aanbeveling om het multifunctionele gereedschap/knopenhulpstuk
te gebruiken bij het aanzetten van een knoop. Leg het dunne einde
van het multifunctionele gereedschap/knopenhulpstuk onder de
knoop bij het naaien op dunne stoffen. Gebruik het dikke uiteinde
voor zwaardere stoffen.
20 – De machinebedienen
1
2
3
Normale naaimodus, Rechte steek
Normale naaimodus, Decoratieve steek
Handmatig knoopsgat
Knoopsgatsensor
15
Knoop aannaaien
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
16
17