[User Name]
[Change Password]
[Password]
[Confirm]
10
Klik op [OK].
11
Start de computer opnieuw.
Schakel de printer uit, zorg ervoor dat het voedingslampje uit is, wacht 10 seconden of langer en schakel de printer weer
in.
Nadat de printer is opgestart, worden de instellingen actief.
Voer een gebruikersnaam in. U kunt maximaal 24 single-byte alfanumerieke tekens invoeren.
Schakel dit keuzevakje in wanneer u het wachtwoord wijzigt.
Voer een wachtwoord in. U kunt maximaal 24 single-byte alfanumerieke tekens invoeren.
Om het [Password] te bevestigen dat werd ingevoerd, voert u dit nogmaals in.