09Y7-01R
Tonercassettes bewaren
Let op de volgende punten wanneer u een nieuwe tonercassette opslaat of een tonercassette hanteert die werd verwijderd
voor onderhoud aan de printer of het verplaatsen van de printer.
BELANGRIJK
Richtlijnen voor het bewaren van tonercartridges
Voor veilig en probleemloos gebruik van tonercartridges moeten deze worden opgeslagen op een locatie die aan de
volgende voorwaarden voldoet.
Bewaar tonercartridges niet op een plaats waar ze worden blootgesteld aan rechtstreeks zonlicht.
Bewaar tonercartridges niet in een omgeving met een hoge temperatuur of luchtvochtigheid, of op plaatsen met
grote schommelingen in de temperatuur of luchtvochtigheid.
Temperatuurbereik voor opslag: 0 tot 35 °C
Luchtvochtigheid: 35 tot 85% RV (geen condensatie)
Bewaar tonercartridges niet op plaatsen waar ze kunnen worden blootgesteld aan zilte lucht, bijtende gassen zoals
ammoniak, of grote hoeveelheden stof.
Bewaar tonercartridges buiten het bereik van kleine kinderen.
Bewaar tonercartridges in dezelfde stand waarin ze in de printer worden geïnstalleerd.
Zet de tonercartridges niet op zijn kant of ondersteboven.
Wanneer u tonercartridges die in gebruik zijn uit de printer verwijdert
Plaats de beschermkap (A) onmiddellijk op de tonercartridges en leg deze in de originele beschermhoes, of pak het in
met een dikke doek.
Nieuwe tonercartridges
Haal een nieuwe tonercartridge pas uit de beschermende verpakking als u de cartridge gaat gebruiken.
OPMERKING
Condensatie
Ook bij een luchtvochtigheid binnen de voor opslag aanbevolen waarden, kunnen zich aan de binnenkant en buitenkant
van tonercartridges waterdruppeltjes vormen als gevolg van temperatuurverschillen. Het ontstaan van waterdruppeltjes
wordt condensatie genoemd.
Condensatie kan een negatieve invloed hebben op de kwaliteit van de tonercartridges.