zijn. Bij schades die hierdoor
5
veroorzaakt zijn, vervalt de
garantie.
62
De motorelektronica-
regeleenheid niet
manipuleren.
Controlelijst
Gebruikt u de navolgende
controlelijst, om voor elke rit
z
belangrijke functies, instel-
lingen en slijtagegrenzen te
controleren.
Remwerking
Remvloeistofpeil, voor en
achter
Werking van de koppeling
Koppelingsvloeistofpeil
Demperinstelling en veer-
voorspanning
Bandenspanning en profiel-
diepte
Veilige bevestiging van de
koffers en bagage
Met regelmatige tussenpozen:
Motoroliepeil (bij iedere
tankstop)
Slijtage remblokken (bij elke
derde tankstop)
Starten
Zijstandaard
Bij een uitgeklapte zijstan-
daard en een ingeschakelde
versnelling kan de motor niet
worden gestart. Als de mo-
tor in de neutraalstand wordt
gestart en als vervolgens bij
uitgeklapte zijstandaard een
versnelling wordt ingescha-
keld, slaat de motor af.
Versnellingsbak
De motor kan in de neutraal-
stand of met ingeschakelde
versnelling met bediende kop-
peling worden gestart. De
koppeling pas bedienen nadat
het contact is ingeschakeld.
In de neutraalstand brandt de
controlelamp voor de neu-
traalstand groen en de ver-
snellingsindicatie geeft 0 aan.
Motor starten
Wordt het contact inge-
schakeld met bediende
rem(men), vervolgens de mo-
tor gestart en direct wegge-
reden, dan bevindt het BMW
Integral ABS zich nog in re-
stremfunctie. De zelfdiagno-
se wordt uitgevoerd, zodra
remhendel en -pedaal onbe-
diend zijn. Gedurende deze
tijd zijn zowel de ABS-functie
als de rembekrachtiging niet
beschikbaar.
Wacht met het starten
van de motor tot de
ABS-zelfdiagnose is
uitgevoerd.
Contact inschakelen