Het koppelingssysteem
is met een speciale hy-
draulische vloeistof gevuld,
die niet hoeft te worden ver-
verst.
Banden
Bandenprofieldiepte
controleren
Het rijgedrag van uw
motorfiets kan al vóór
het bereiken van de wettelijk
voorgeschreven minimum-
profieldiepte in negatieve zin
veranderen.
Laat de banden reeds vóór
het bereiken van het mini-
mumprofiel vervangen.
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is.
Bandenprofieldiepte in de
hoofdprofielgroeven met
slijtage-indicatoren meten.
Op elke band bevinden
zich slijtagemarkeringen
die in het hoofdprofiel zijn ge-
ïntegreerd. Indien de slijta-
gemarkeringen zichtbaar zijn,
is de band volledig versleten.
De posities van de slijtage-
markeringen zijn op de zijkant
van de band aangegeven,
bijv. door de letters TI, TWI
of door een pijl.
Als het bandenprofiel niet
meer voldoet aan de wette-
lijk voorgeschreven minimale
profieldiepte:
Banden vervangen.
Velgen
Velgen controleren
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is.
Velgen visueel op defecten
controleren.
Beschadigde velgen contro-
leren en zo nodig laten ver-
vangen, bij voorkeur door
een BMW Motorrad dealer.
Wielen
Goedgekeurde wielen en
banden
Voor elke bandenmaat zijn
bepaalde bandenmerken door
BMW Motorrad getest, als
verkeersveilig beoordeeld
en goedgekeurd. Bij niet vrij-
geven wielen en banden kan
BMW Motorrad de geschikt-
heid van het product niet be-
oordelen en daarom niet in-
staan voor de rijveiligheid.
Alleen wielen en banden ge-
bruiken die door BMW Motor-
rad voor de betreffende mo-
torfiets zijn goedgekeurd.
Uitvoerige informatie krijgt
u bij uw BMW Motorrad
7
101
z