Servicehandboek
75
11.5.6 Ladingsherkenning
Het toerental van de circulatiepomp wordt door de tachogenerator gemeten.
Door extra vocht, verdiepingen in het vaatwerk of gekantelde pannen, schalen etc. kan verlies van af-
waswater ontstaan. Hierbij wordt lucht door de pomp getransporteerd. Dit leidt tot een verhoogd geluids-
niveau en een gewijzigde (onregelmatige) werking van de pomp.
De tachogenerator herkent een onregelmatige werking tijdens het vullen. Om de pomp weer „soepel" te
laten lopen, wordt er net zo lang water bijgevuld, totdat het optimale waterpeil is bereikt.
Bij de eerste keer vullen wordt er 2,8 l tot 3,7 l gevuld; er vinden 3 opvragen op soepele werking plaats:
Bij de eerste opvraag wordt max. 200 ml bijgevuld.
Bij de tweede opvraag wordt nog eens max. 200 ml bijgevuld.
Bij de derde opvraag wordt max. 500 ml bijgevuld.
In de eerste vulstap kan dus max. 900 ml worden bijgevuld. Tijdens het tussenspoelen en het naspoelen
kan telkens nogmaals max. 500 ml worden bijgevuld.
Uitsluitend voor intern gebruik