38
6.17
Spoel- en pompsysteem
De circulatie- en afvoerpomp evenals het doorstroomverwarmingselement zijn met steekverbindingen
op de pomppot aangesloten. Het doorstroomverwarmingselement is bovendien drukbestendig aan de
pomppot vastgeschroefd. Het zeefsysteem bestaat uit een viervoudige filtering (grove zeef, fijne zeef-
cilinder, fijne vlakzeef, microfijne zeef). De pomppot, waarin de microfijne zeef ligt, wordt door de fijne
vlakzeef afgedekt. Met de combinatie van grove zeef en fijne zeefcilinder wordt de fijne vlakzeef via een
bajonetsluiting aan de bodem van de pomppot bevestigd. Het afwaswater dat in de pomppot samen-
vloeit, wordt door de circulatiepomp aangezogen en in het doorstroomverwarmingselement gedrukt.
Als de druk hoog genoeg is, activeert het flensmembraan de drukschakelaar voor de verwarming. Een
in serie geschakelde temperatuurregelaar met 85°C uitschakeltemperatuur voorkomt een oververhitting.
Deze temperatuurschakelaar is bij modellen met mechanische besturing met een 65°C temperatuurre-
gelaar, bij modellen met elektronische besturing met een NTC-voeler (negatieve temperatuurcoëfficiënt)
gecombineerd en in één module samengevat. Het voelervlak heeft direct contact met het afwaswater.
Aan de uitgang van het doorstroomverwarmingselement ligt de Aquasensor met zijn sensor in de stroom
van het afwaswater om de troebelheidsgraad vast te stellen. Doordat de afvoerpomp direct aan de
pomppot gemonteerd is, zijn het schoepenwiel en de terugslagklep na het afnemen van de afdekking in
de afwaskuip toegankelijk.
A
NTC / temperatuurregelaar
B
veiligheidstemperatuurregelaar I
C
doorstroomverwarmingselement J
D
circulatiepomp
E
pakking
F
pompwiel
G
pomppot
H loogpomp
pompwielafdekking (optioneel)
terugslagklep
K naar de onderste sproeiarm
L naar de bovenste sproeiarm
M Aquasensor (optioneel)
Servicehandboek
Uitsluitend voor intern gebruik