Servicehandboek
7.
Vulprocessen
7.1
Waterinlaat met warmtewisselaar
Na het openen van de vulklep stroomt het water door de geïntegreerde inlaat via het vrije stroomtraject
in de ontharder en als zacht water in de warmtewisselaar. Na het vullen van de regenereerkamer stroomt
het water via het overloopkanaal in de smoorbeker van de niveaudetector. Door de drukopbouw in de
drukdoos wordt m.b.v. de niveauschakelaar de uitlaatklep van de warmtewisselaar geopend. De elek-
tronica bepaalt de tijd tussen de opdracht voor het openen van de vulklep en het sluiten van de
niveauschakelaar (f1). Aan de hand van deze tijd wordt de extra vultijd van de vulklep berekend.
De circulatiepomp wordt met vertraging ingeschakeld, de uitlaatklep blijft geopend tot de warmtewisse-
laar helemaal leeg is.
De hoeveelheid water van de reeds afgelopen afwascyclussen wordt door de teller van de elektronica
geregistreerd en bepaalt het tijdstip voor het regenereren van de ontharder.
Voor elke regeneratiestap controleert de elektronica of de capaciteit van de ontharder nog volstaat voor
een compleet „normaal programma". Indien niet, wordt er geregenereerd.
Het regenereren en doorspoelen van de ontharder gebeurt tijdens het reinigen. Hierbij wordt de regene-
reerklep van de ontharder geopend. De opgeslagen waterhoeveelheid stroomt via de klep in het zout-
reservoir, verrijkt zich met zout en stroomt als zoutwater door de ontharder in de warmtewisselaar. Het
doorspoelen wordt in drie stappen, elk met een berekende hoeveelheid water, uitgevoerd.
A
vrij stroomtraject
B
lekwater
C
overloopkanaal
D
warmtewisselaar
E
drukschakelaar niveau f1
F
schakelhefboom
G
drukschakelaar veiligheid
H
luchtkamer niveau
I
naar de pomppot
J
vlotter in de bodemkuip
K
zoutreservoir
L
ionenwisselaar
M
uitlaatklep warmtewisselaar
N
regenereerklep
O
watertoevoer
P
regenereerkamer
Q
beluchtingsklep afvoerslang
Uitsluitend voor intern gebruik
39