34
6.13
Optosensor
Door een IR-LED wordt een lichtstraal schuin in een glazen spiraal gestuurd. Op zijn weg door de glazen
spiraal wordt de lichtstraal ca. 200 keer tegen het glasoppervlak gereflecteerd.
Als er zich op de glazen spiraal geen aanslag (vertroebeling / afzetting) bevindt, wordt het licht tegen
het glasoppervlak bijna voor 100% gereflecteerd. Het ontvangen signaal is gelijk aan het gezonden sig-
naal.
Als er zich op de glazen spiraal aanslag (vertroebeling / afzetting) heeft opgebouwd, wordt een gedeelte
van het licht aan het glasoppervlak gestrooid. De lichtstraal neemt daardoor bij elke reflectie af (ca. 200
reflecties). Het ontvangen signaal is dus zwakker dan het gezonden signaal. Als een bepaalde waarde
niet wordt bereikt, wordt een regeneratie uitgevoerd.
®
De Optosensor
wordt tijdens het programma meermaals gevuld en weer geleegd. Daardoor kunnen
afzettingen aan de glazen spiraal worden opgebouwd, verontreinigingen worden eruit gespoeld.
De klep wordt door een memory-draad geactiveerd. Als de aansluitcontacten onder spanning worden
gezet, warmen de memory-draad en de PTC, die in serie zijn geschakeld, op. De memorydraad trekt
samen en opent met de kanteltoets de klep. De reactietijd bedraagt minder dan 1 seconde. Door de ver-
warming van de PTC neemt de weerstand toe en de memory-draad zet weer uit tot zijn oorspronkelijke
lengte. De klep wordt door de kanteltoets en de terugstelveer gesloten.
Bij het drogen is de Optosensor leeg. De binnenkant van de Optosensor wordt in deze programmastap
door de PTC verwarmd (staat permanent onder spanning). Afzettingen op de glazen spiraal worden
daardoor vroeger zichtbaar.
De aanslag op de glazen spiraal is met het menselijk oog nog niet te herkennen. Daarom wordt de aan-
slag in het afwasprogramma met onthard water en afwasmiddel weer verwijderd (zelfreiniging in het
spoelprogramma).
De optosensormeting gebeurt aan het begin van het programma en bij het drogen. Bij het drogen wordt
om de minuut gemeten.
Uit deze meetreeks wordt de waarde met het sterkste ontvangersignaal ter evaluatie aan de module
doorgegeven.
Bij het vervangen van de Optosensor of van de evaluatiemodule moet de sensor met het speciale pro-
gramma „B" opnieuw worden gekalibreerd.
A = aansturingsmodule voor IR-zender en ontvanger
D = PTC
B = glazen spiraal
C = klep
E = memory-draad
F = terugstelveer
Servicehandboek
Uitsluitend voor intern gebruik