18
5.12
Aquasensor I en II
De Aquasensor II heeft naast de infrarood-LED ook nog een groene LED. Daardoor kunnen ook niet op-
geloste stoffen zoals thee of spinazie worden herkend. De Aquasensor II heeft bijv. in het automatisch
programma de volgende functies:
1.
Aquasensor infrarood controleert bij het voorspoelen:
Afhankelijk van het resultaat van deze controle wordt het water ververst (sterke verontreiniging) of
verder gebruikt (geringe verontreiniging).
2.
Aquasensor groen controleert bij het reinigen:
Afhankelijk van het resultaat van deze controle wordt bij het reinigen een eindtemperatuur van
45°C (geringe verontreiniging) of 50 c.q. 55°C (sterke verontreiniging) bereikt. Als de Aquasensor
bij het voorspoelen beslist het water te verversen, wordt de temperatuur bij het reinigen van 50
naar 55°C verhoogd. Als de reiniging met 50 c.q. 55°C gebeurt, wordt vervolgens het filter doorge-
spoeld.
3.
Aquasensor groen controleert bij het 1e tussenspoelen:
Afhankelijk van het resultaat van deze controle wordt na het 1e tussenspoelen opnieuw tussenge-
spoeld (sterke verontreiniging) of alleen het filter doorgespoeld.
Aquasensor II kalibreren
Tijdens de eerste 3 spoelgangen is er 400 ml extra water nodig voor het kalibreren van de Aquasensor.
Deze stap wordt na 20 spoelgangen herhaald.
Servicehandboek
Uitsluitend voor intern gebruik