Grasgeleider vervangen
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dage-
lijks—Controleer de grasgeleider
op schade.
WAARSCHUWING
Als een uitwerpopening niet is afgesloten, kan
het maaidek voorwerpen in de richting van de
bestuurder of omstanders werpen. Dit kan ernstig
letsel veroorzaken. Daarnaast kunt u ook in contact
komen met het mes. Gebruik de machine nooit
zonder dat de grasgeleider, de uitworpafsluiter of
het grasopvangsysteem is gemonteerd.
Gebruik de machine nooit zonder dat de
grasgeleider, de uitworpafsluiter of het
grasopvangsysteem is gemonteerd.
1. Ga naar de onderdelen die worden getoond in
66
en
Figuur
67.
2
3
5
7
1
Figuur 66
81 cm maaidek
1. Maaidek
2. Grasgeleider
3. Grasgeleider beugel
4. Stang
Figuur
4
6
G014636
5. Veer
6. Moer (3/8 inch)
7. Korte afstandshouder
3
2
1
107 cm maaidek
1. Maaidek
2. Grasgeleider
3. Grasgeleider beugel
4. Stang
2. Verwijder de moer (3/8 inch) van de stang onder het
maaidek
(Figuur
3. Schuif de stang uit de korte afstandhouder, veer en
grasgeleider
(Figuur
4. Verwijder een beschadigde of versleten grasgeleider.
5. Monteer de grasgeleider
6. Schuif de stang bij het rechte uiteinde door de achterste
beugel van de grasgeleider.
7. Plaats de veer op de stang, met de einddraden omlaag,
tussen de beugels van de grasgeleider. Schuif de stang
door de tweede beugel van de grasgeleider
8. Steek de stang aan de voorkant van de grasgeleider in
de korte afstandhouder op het maaidek.
9. Bevestig de achterzijde van de stang aan de maaier met
een moer (3/8 inch), zoals geïllustreerd in
Belangrijk: De grasgeleider moet onder
veerspanning omlaag worden gehouden. Til de
grasgeleider omhoog om te controleren of deze
volledig omlaag klapt.
45
7
G005192
Figuur 67
5. Veer
6. Moer (3/8 inch)
7. Korte afstandshouder
67).
67).
(Figuur
67).
Figuur
4
5
6
(Figuur
67).
67.