Voeg de juiste hoeveelheid stabilizer/conditioner aan de
benzine toe.
Opmerking: Stabilizer/conditioner werkt het best als
deze met verse benzine wordt gemengd. Gebruik altijd
stabilizer/ conditioner om het risico van harsachtige
afzettingen in het brandstofsysteem zo klein mogelijk te
houden.
Brandstoftank vullen
Opmerking: Verzeker dat de motor is uitgeschakeld en de
rijhendels in de parkeerstand staan.
Opmerking: Gebruik het brandstofvenstertje om voor het
tanken na te gaan of er zich brandstof in de tank bevindt
(Figuur
8).
Belangrijk: Vul de brandstoftank niet te vol. Vul de
tank tot aan de onderkant van de vulbuis. Dit geeft de
brandstof in de tank ruimte om uit te zetten. Overvullen
kan leiden tot brandstoflekken, motorschade of schade
aan het systeem om de uitlaatgassen te beheersen.
B
A
D
E
Het motoroliepeil controleren
Voordat u de motor start en de machine in gebruik neemt,
moet u het oliepeil in het carter van de motor controleren; zie
Het motoroliepeil controleren (bladz.
Een nieuwe machine inrijden
Een nieuwe motor heeft tijd nodig om vol vermogen te
ontwikkelen. Maaidekken en aandrijfsystemen hebben meer
C
g027243
Figuur 8
31).
wrijving als zij nieuw zijn, waardoor de motor extra wordt
belast. Houd er rekening mee dat een nieuwe machine een
inrijperiode van 40 tot 50 bedrijfsuren nodig heeft om vol
vermogen te ontwikkelen voor de beste prestaties.
Veiligheid staat voorop
Veiligheid van de bestuurder
Lees aandachtig alle veiligheidsinstructies en -stickers in het
hoofdstuk Veilige bediening. Met behulp van deze informatie
kunt u letsel van uw gezinsleden, omstanders, dieren en uzelf
voorkomen.
GEVAAR
Bij maaien op nat gras of een steile helling bestaat
de kans dat de wielen slippen en u de macht over
de machine verliest.
Wielen die over randen heen komen, kunnen tot
gevolg hebben dat de machine omkantelt, hetgeen
ernstig of dodelijk letsel dan wel verdrinking kan
veroorzaken.
Als de wielen grip verliezen, kan de bestuurder de
macht over het stuur verliezen.
Om te voorkomen dat u de controle over de machine
verliest en deze omslaat, moet u de volgende
richtlijnen in acht nemen:
• Maai niet in de buurt van steile hellingen of
water.
• Maai nooit op een helling van meer dan
15 graden.
• Verminder uw snelheid en wees uiterst
voorzichtig op hellingen.
• Als u op een helling maait, moet u op de helling
langzaam van beneden naar boven werken.
• Verander niet plotseling de rijrichting of de
snelheid van de machine.
• Draai naar boven als u op een helling van
richting verandert. Als u naar beneden draait,
kunnen de wielen grip verliezen.
• Werktuigen veranderen de
gebruikseigenschappen van de machine.
Wees extra voorzichtig als u werktuigen met
deze machine gebruikt.
16