Accu opladen
Onderhoudsinterval: Vóór de stalling—Laad de accu op en
koppel de kabels los.
1. Verwijder de accu van het chassis; raadpleeg
verwijderen (bladz.
2. Laad de accu gedurende minstens een uur op bij
6–10 A.
Opmerking: De accu niet te ver opladen.
3. Zodra de accu volledig is opgeladen, haalt u de
acculader uit het stopcontact en maakt u vervolgens de
oplaadkabels los van de accuklemmen
Figuur 44
1. Pluspool (+) van de accu
2. Minpool (–) van de accu
Accu plaatsen
1. Plaats de accu in de bak
2. Gebruik de eerder verwijderde bevestigingsmiddelen
om de pluskabel (rood) op de pluspool (+) van de accu
aan te sluiten.
3. Gebruik de eerder verwijderde bevestigingsmiddelen
om de minkabel op de minpool (–) van de accu aan
te sluiten.
4. Schuif het rode stofkapje voor de accupool op de
pluspool (rood) van de accu.
5. Zet de accu vast met de bevestigingsband
6. Zet de stoel omlaag.
Accu
36).
(Figuur
3. Rode (+) oplaadkabel
4. Zwarte (–) oplaadkabel
(Figuur
43).
(Figuur
Onderhoud van de zekeringen
De elektrische installatie is beveiligd door middel van
zekeringen. Deze behoeven geen onderhoud. Als er een
zekering is doorgebrand, moet u echter het onderdeel of
circuit controleren op defecten of kortsluiting.
Zekeringtype:
•
Hoofdleiding F1 – 30 A, steekzekering
•
Laadcircuit F2 – 25 A, steekzekering
1. Verwijder de schroeven waarmee het bedieningspaneel
is bevestigd.
44).
Opmerking: Bewaar alle bevestigingsmiddelen.
2. Breng het bedieningspaneel omhoog om toegang te
krijgen tot de hoofdkabelboom en het zekeringenblok
(Figuur
3. Om een zekering te vervangen, trekt u de zekering
omhoog
1. Hoofdleiding – 30 A
4. Plaats het bedieningspaneel terug op zijn plaats.
Opmerking: Gebruik de schroeven die u eerder hebt
verwijderd om het paneel weer te bevestigen.
43).
37
45).
(Figuur
45).
1
2
Figuur 45
2. Laadcircuit – 25 A
G014540