1. Schuimelement
6. Scheid het schuim- en papierelement.
Schuim- en papierelement reinigen
Schuimelement:
1. Was het schuimfilter in warm water met vloeibare zeep.
2. Als het element schoon is, moet u het grondig
uitspoelen.
3. Schuimfilter in een schone doek wikkelen en
droogknijpen.
Opmerking: Geen olie smeren op het element.
Belangrijk: Vervang het schuimelement als het
gescheurd of versleten is.
4. Plaats het schuimelement op een schoon papierelement.
Papierelement:
1. Klop het papierelement voorzichtig tegen een stevig,
vlak oppervlak en reinig het vanaf de binnenkant met
perslucht om vuil en stof te verwijderen.
2. Controleer het filter op scheuren, een vettig oppervlak
of beschadiging van de rubberen afdichting.
Belangrijk: Het papierfilter nooit reinigen
met vloeistoffen, zoals oplosmiddelen, benzine
of kerosine. Vervang het papierelement als
het beschadigd is of niet grondig kan worden
gereinigd.
3. Reinig de binnenkant van het luchtfilterdeksel en
verwijder al het vuil en stof.
Schuimelement en papierelement
installeren
Belangrijk: Motor nooit laten lopen zonder dat het
complete luchtfilter gemonteerd is, daar anders de motor
kan worden beschadigd.
1. Monteer het schuimfilter op het papieren filterelement
(Figuur
33).
g020243
Figuur 33
2. Papierelement
2. Monteer het schuimfilter en het papieren filterelement
op de luchtfilterbehuizing.
3. Monteer het luchtfilterdeksel en draai de twee knoppen
vast
(Figuur
32).
Motorolie verversen/oliepeil
controleren
Type olie: Reinigingsolie (API-onderhoudsclassificatie SF,
SG, SH, SJ of hoger)
Carterinhoud: 1,0 liter als het filter niet is vervangen;
1,05 liter als het filter is vervangen.
Viscositeit: zie onderstaande tabel.
SAE 5W
SYNTHETIC 5W -20, 5W -30, 10W -30
Het motoroliepeil controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Opmerking: Controleer het oliepeil als de motor koud is.
WAARSCHUWING
Contact met hete oppervlakken kan lichamelijk
letsel veroorzaken.
Houd kleding, gezicht, handen, voeten en andere
lichaamsdelen uit de buurt van de geluiddemper en
andere hete oppervlakken.
Belangrijk: Giet niet te veel olie in het carter; als de
motor daarna gaat lopen, kan de motor schade oplopen.
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.
2. Schakel de aftakasschakelaar uit.
3. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
4. Motoroliepeil controleren
31
SAE 30
-30, 10W -30
Figuur 34
(Figuur
35).
g029683