O O n n d d e e r r h h o o u u d d
3 3 2 2 4 4
O O n n d d e e r r h h o o u u d d s s b b e e u u r r t t , , w w a a n n n n e e e e r r n n o o d d i i g g
V V o o o o r r w w a a a a r r d d e e n n
Water of in de
buurt van de zee
Vriesweer
Sloopwerkzaam
heden
Alvorens te gaan werken controleren of alle pluggen,
afvoerslangen en kranen goed dichtstaan.
Na afloop van de werkzaamheden de laag vet herstellen op
de pennen van het hulpstuk of de gebieden die in contact
zijn gekomen met water.
Tijdens het bedienen van de machine regelmatig
controleren of de hulpstukken die in aanraking komen met
water nog steeds goed gesmeerd zijn en smeer indien
nodig.
De machine na werkzaamheden in de buurt van de zee
grondig afspuiten met zoet water en de elektrische
onderdelen reinigen om corrosie tegen te gaan. Het wordt
geadviseerd isolerend vet op alle aansluitpunten van de
kabelboom aan te brengen om de afdichting te verbeteren
en corrosie tegen te gaan.
De brandstoftank na afloop van de werkzaamheden
helemaal volgieten om condens in de tank tegen te gaan.
De aanbevolen smeermiddelen gebruiken.
De accu's bijladen om de ladingstoestand maximaal te
houden, aangezien elektrolyt kan bevriezen. Voor een
goede ventilatie zorgen, in het bijzonder wanneer de accu's
in een besloten ruimte worden opgeladen.
Bij stalling van machines bij extreme koude de accu's
verwijderen en deze bij kamertemperatuur opslaan.
Alvorens de machine te parkeren de rupskettingen ontdoen
van modder en ander vuil.
De cabine voorzien van een bescherming tegen vallende
voorwerpen (FOG).
O O n n d d e e r r h h o o u u d d i i n n b b i i j j z z o o n n d d e e r r e e
o o m m s s t t a a n n d d i i g g h h e e d d e e n n
O O n n d d e e r r h h o o u u d d
B B i i j j b b e e h h o o r r
e e n n d d e e
b b l l a a d d z z i i j j d d e e
-
194
278
-
294
326
298
172
-
198