Verankeringspunten.
T T r r a a n n s s p p o o r r t t e e r r e e n n v v a a n n d d e e m m a a c c h h i i n n e e
M M a a c c h h i i n n e e v v e e r r a a n n k k e e r r e e n n
O O P P M M E E R R K K I I N N G G ! !
Zorg dat rijplanken en platforms vrij zijn van olie,
modder, ijs en dergelijk, zodat de machine niet kan
gaan glijden.
1 Parkeer de machine in dezelfde stand als op de
afbeelding.
2 Zorg dat de bakcilinderstang bij het oprijden van
de machine niet met de dieplader/oplegger in
contact komt.
3 Gebruik geen andere hendels dan de rijhendels
en -pedalen, wanneer de machine zich op de
rijplanken bevindt.
4 Zet de machine af.
5 Neem de contactsleutel uit.
6 Zet de hoofdstroomschakelaar in stand UIT.
7 Sluit de deur en de toegangsluiken af.
V1203604
8 Veranker de machine met verankeringen die het
gewicht van de machine kunnen dragen, zodat
de machine niet kan bewegen.
B B e e d d i i e e n n i i n n g g s s i i n n s s t t r r u u c c t t i i e e s s
1 1 7 7 9 9