B B e e d d i i e e n n i i n n g g s s i i n n s s t t r r u u c c t t i i e e s s
1 1 5 5 2 2
V V e e i i l l i i g g h h e e i i d d s s r r i i c c h h t t l l i i j j n n e e n n b b i i j j b b e e d d i i e e n n i i n n g g
W W A A A A R R S S C C H H U U W W I I N N G G
Gevaar voor dodelijke ongelukken.
Gebruik van aanbouwdelen voor het heffen of
vervoeren van mensen kan aanleiding geven tot
ongelukken met mogelijk ernstig of dodelijk
beknellingsletsel tot gevolg.
G G e e b b r r u u i i k k a a a a n n b b o o u u w w d d e e l l e e n n n n o o o o i i t t o o m m m m e e n n s s e e n n t t e e h h e e f f f f e e n n
o o f f t t e e v v e e r r v v o o e e r r e e n n . .
O O n n g g e e l l u u k k k k e e n n
Meld ongelukken en "bijna-ongelukken"
onmiddellijk bij de uitvoerder.
Laat de machine zo mogelijk staan zoals deze
stond.
Doe alleen datgene wat noodzakelijk is om
ernstiger schade, en dan met name lichamelijk
letsel, te beperken. Zorg dat u een eventueel
onderzoek naar de toedracht niet bemoeilijkt.
Wacht nadere instructies van de uitvoerder af.
V V e e i i l l i i g g h h e e i i d d v v a a n n d d e e m m a a c c h h i i n n i i s s t t
De machine moet bedrijfsklaar zijn, dat wil
zeggen dat gebreken die ongelukken kunnen
veroorzaken, hersteld moeten zijn.
Draag passende werkkleding om veilig te kunnen
werken en een veiligheidshelm.
Gebruik geen mobiele telefoon tijdens het
bedienen van de machine. Neem alle landelijke
regelgeving in acht ten aanzien van het gebruik
van een mobiele telefoon tijdens de bediening!
Start de motor alleen, wanneer u op de
bestuurdersstoel zit.
Om te voorkomen dat uw handen of vingers
bekneld raken, moet u uw handen uit de buurt
houden van bijvoorbeeld luiken, deuren en ruiten.
Draag altijd de veiligheidsgordel.
Controleer de veiligheidsgordel op eventuele
beschadiging of slijtage.
Stap altijd in of uit de cabine met uw gezicht naar
de machine toe en maak gebruik van de
aanwezige opstapjes en handgrepen. Ga altijd uit
van het driepuntsprincipe: dat wil zeggen twee
handen en één voet of één hand en twee voeten.
Niet springen!
De deur dient gesloten te zijn.
Controleer of het hulpstuk op de juiste manier is
bevestigd en vergrendeld.