B B e e d d i i e e n n i i n n g g s s i i n n s s t t r r u u c c t t i i e e s s
1 1 6 6 0 0
S S t t a a r r t t e e n n v v a a n n d d e e m m o o t t o o r r
5 Schakel de accu's van de machine in met behulp
van de hoofdstroomschakelaar.
6 Start de motor met het contactslot in de cabine.
7 Laat de accu's na het starten van de motor nog
5–10 minuten aangesloten zitten.
8 Koppel de startkabel los van het massapunt op
de machine en haal dan de andere kant van de
startkabel van de minpool op de hulpaccu af.
9 Verwijder tot slot de startkabel tussen de
pluspolen (+).
10 Breng de isolatiedoppen weer op de accupolen
aan.
W W a a r r m m d d r r a a a a i i e e n n
De machine reageert mogelijk traag bij lage
temperaturen. Wees daarom voorzichtig totdat het
systeem de normale bedrijfstemperatuur bereikt.
Onverwachte bewegingen zijn anders niet
uitgesloten.