Inhoudsopgave
Advertenties
Controleer of de Expera brandmeldcentrale alle adresseerbare melders op aanwezigheid bewaakt
door een adresseerbare melder te verwijderen uit de sokkel. Controleer of de Expera
brandmeldcentrale als volgt reageert:
de gele led STORING gaat aan.
de interne zoemer van de Expera brandmeldcentrale wordt geactiveerd.
storingsrelais van de Expera brandmeldcentrale (bijv. doormelding van storing) schakelen.
in het display wordt een storingsmelding voor de betreffende melder weergegeven. Controleer
de meldergroep –type melder–, zone nummer, zone tekst, adres en elementtekst.
Plaats de adresseerbare melder terug, wacht 30–60 seconden en controleer of de Expera
brandmeldcentrale de normale toestand weer heeft aangenomen.
Bewaking van uitgangen
Controleer of de Expera brandmeldcentrale alle bewaakte uitgangen en sirenes op storingen bewaakt
door:
een adresseerbare signaalgever te verwijderen.
een –conventionele– bewaakte lijn te onderbreken.
een –conventionele– bewaakte lijn kort te sluiten.
Controleer of de Expera brandmeldcentrale als volgt reageert:
de gele led STORING gaat aan.
de gele led SIGNAALGEVER STORING/UITGESCHAKELD
de interne zoemer van de Expera brandmeldcentrale wordt geactiveerd.
storingsrelais van de Expera brandmeldcentrale (bijv. doormelding van storing) schakelen.
in het display wordt een storingsmelding voor de sirene of bewaakte uitgang weergegeven.
Herstel de storing, wacht 30–60 seconden en controleer of de centrale de normale toestand weer
heeft aangenomen. Herhaal de test voor alle alarmeringszones en voor alle bewaakte uitgangen op
de Expera brandmeldcentrale.
Functionele test
De functionele test dient bij de in bedrijfstelling en bij elke wijziging van het systeem of de configuratie
uitgevoerd te worden.
De functionele test dient door deskundig personeel uitgevoerd te worden conform de geldende
normen.
Buiten de testen zoals hierboven beschreven, dienen alle functionaliteiten, parameters en instellingen
functioneel beproeft te worden.
Breng alle melders één voor één in alarm en controleer:
of alle op het systeem aangesloten melders juist werken.
dat de meldingen juist op het bediendeel gepresenteerd worden.
de werking van alle uitgangen.
De testen dienen te allen tijde, volgens de geldende normen uitgevoerd te worden.
Onderhoud
Onderhoud dient periodiek en door deskundig personeel uitgevoerd te worden conform
onderhoudsnormen.
1
Alleen bij sirenes of bewaakte sirene uitgangen.
In Bedrijfstellen en testen
1
gaat knipperend aan.
69
Advertenties
Inhoudsopgave
