Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Sokkel Sirene; Io Module; Ingangen - Hertek Expera Centrale Installatie- En Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Sokkel sirene

Voor de Expera sokkel sirene
weergegeven:
VOLUME: met de optie kan het volume van de sirene ingesteld worden. Druk de numerieke
toets onder de optie om de instelling te wijzigen. De volgende instellingen zijn beschikbaar:
HOOG: het volume is hoog.
o
LAAG: het volume is laag.
o
De volume instelling heeft invloed op de alarmstroom van de sirene. Raadpleeg de handleiding van de
sirene voor meer informatie over het volume en de alarmstroom.

IO Module

Voor de Expera IO module –IOi– worden de volgende specifieke parameters en opties onderaan in
het venster weergegeven: ING.1, ING.2, UITG.1 en UITG.2.
Voor de twee ingangen kan met de opties ING.1 en ING.2 een venster geopend worden waarin de
betreffende ingang ingesteld kan worden. Druk de numerieke toets onder de optie ING.1 of ING.2 om
de instellingen van de betreffende ingang te bekijken of te wijzigen.
In een nieuw venster worden de beschikbare parameters voor de ingang weergegeven. Indien de
actie van de ingang is ingesteld op GEEN worden de overige parameters niet weergegeven.
Blader met de  toetsen langs de parameters. De geselecteerde parameter wordt knipperend
weergegeven. In het venster worden de volgende parameters weergegeven:
ACTIE: met de parameter wordt de actie voor de ingang ingesteld. Stel met de  toetsen
de gewenste actie voor de ingang in. De volgende acties zijn beschikbaar:
o GEEN: geen functie.
o BRAND: als de ingang geactiveerd is, wordt er een brandmelding gemeld. De
acceptatietijd T1 en verkenningstijd T2 worden afgehandeld als bij een brandmelding van
een automatische brandmelder.
o ONTRUIMEN: de ingang zal een brandmelding melden. De acceptatietijd T1 en
verkenningstijd T2 voor signaalgevers worden overbrugd.
o MELDING ALARM: als de ingang geactiveerd is, wordt er een alarm gemeld.
o MELDING WAARSCHUWING: als de ingang geactiveerd is, wordt er een waarschuwing
gemeld.
o MELDING STORING: als de ingang geactiveerd is, wordt er een storing gemeld.
o HERSTEL: als de ingang geactiveerd wordt –puls drukker/contact–, worden alle
aanwezige meldingen gereset.
o AFSTELLEN ALARM: als de ingang geactiveerd wordt –puls drukker/contact–, worden
geactiveerde signaalgevers afgesteld.
o AFSTELLEN ZOEMER: als de ingang geactiveerd wordt –puls drukker/contact–, wordt de
interne zoemer –indien geactiveerd– afgesteld.
o LESTIJD SIGNALERING: zolang de ingang geactiveerd wordt,
signaalgevers geactiveerd.
o AFSTELLEN ALARM (STROBE ON): als de ingang geactiveerd wordt –puls
drukker/contact–, wordt de sirene van geactiveerde signaalgevers afgesteld. Het flitslicht
van geactiveerde signaalgevers blijft echter geactiveerd.
VERTRAGING: met de parameter kan de vertraging voor de ingang worden ingesteld. Wordt
de ingang actief, dan zal pas als de ingestelde tijd wordt overschreden de melding op de
Expera brandmeldcentrale gemeld worden.
De parameter kan worden ingesteld in het bereik 0–600 sec. Stel met de  toetsen de
gewenste vertraging voor de ingang in.
NAAM: de tekst geeft aan wat er op de ingang is aangesloten of gemeld wordt. Selecteer met
de  toetsen het gewenste karakter. Verplaats de cursor met de  toetsen. De element
tekst mag maximaal 40 karakters lang zijn. Raadpleeg de paragraaf Zone naam op pagina
40 voor de beschikbare karakters en het ingeven van de tekst.
GROEP: de ingangen kunnen voor het aansturen van uitgangen in groepen worden
samengevoegd.
–BSi– wordt de volgende specifieke parameter in het venster

Ingangen

Uitgebreide bediening
worden alle
47

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Els001Els001nlEls001de

Inhoudsopgave