Aan bepaalde sturingen –bijvoorbeeld de signaalgevers of de doormelding van brandmeldingen naar
een meldkamer– kan een vertraging zijn toegewezen.
Sturingen waaraan een vertraging is toegewezen –vertraagde sturingen– worden in geval van een
alarmmelding –van een automatische melder– pas na afloop van een vertragingstijd geactiveerd. Door
de vertraagde activering van de sturing wordt de gebruiker in de gelegenheid gesteld om de
alarmmelding te verifiëren en zo nodig de melding te herstellen alvorens de sturing –bijvoorbeeld de
doormelding van brandmeldingen naar een meldkamer– wordt verricht.
De vertraging hoeft alleen actief te zijn als er iemand in het gebouw aanwezig is, om de brandmelding
te verifiëren. Is er niemand in het gebouw aanwezig dan is de vertraging niet actief. Afhankelijk van de
configuratie van de Expera brandmeldcentrale wordt de vertraging automatisch in– en uitgeschakeld,
of dient de vertraging handmatig ingeschakeld te worden en schakelt deze automatisch uit.
De led indicator VERTRAAGD licht op indien de vertraging geactiveerd is.
Raadpleeg de paragraaf Dag en nacht op pagina 56 voor meer informatie over het in en uitschakelen
van de vertraging.
Als er een brandmelding van een automatische brandmelder –rookmelder, temperatuurmelder etc.–
door de Expera brandmeldcentrale gemeld wordt, terwijl de vertraging van de uitgangen geactiveerd
is, zal eerst de vertragingstijd voor de vertraagde uitgangen aflopen alvorens deze uitgangen
geactiveerd worden. Niet vertraagde uitgangen worden direct geactiveerd.
Indien er een brandmelding van een automatische brandmelder –rookmelder, temperatuurmelder–
door de Expera brandmeldcentrale gemeld wordt, terwijl de vertraging van de uitgangen niet
geactiveerd is, worden alle uitgangen direct –onvertraagd– geactiveerd.
Een brandmelding van een handbrandmelder zal alle uitgangen direct –onvertraagd– activeren
–ongeacht of de vertraging geactiveerd is–.
De vertragingstijd bestaat uit een acceptatietijd en een verkenningstijd. De acceptatie tijd heeft tot doel
de duur van de vertraging te beperken indien de gebruiker niet op de brandmelding reageert.
Een brandalarm moet worden geaccepteerd binnen de acceptatietijd –verderop in deze paragraaf
Acceptatietijd
wordt de procedure uitgebreid toegelicht–. Meestal is deze acceptatie tijd 1 minuut. Wordt de
brandmelding niet binnen de acceptatietijd geaccepteerd, dan worden na afloop van de acceptatietijd
alle vertraagde sturingen geactiveerd. De verkenningstijd wordt dan dus niet "gestart".
Wordt de brandmelding geaccepteerd binnen de acceptatie tijd, dan wordt na afloop van de
Verkenningstijd
acceptatietijd de verkenningstijd gestart. De verkenningstijd stelt de gebruiker in staat om de melding
te verifiëren en indien het een ongewenste of onechte melding betreft, een doormelding van de
brandmelding naar de meldkamer te voorkomen.
Vraag de onderhouder
De eisende partij, meldkamer en brandweer bepalen: de acceptatie tijd, de verkenningstijd en
van uw Expera
wanneer de vertraging actief mag zijn. Deze eisen staan beschreven in het programma van eisen van
brandmeldsysteem
de installatie. De tijdsduur van de vertraging, acceptatietijd etc. mag niet zonder toestemming van de
voor informatie over de
genoemde partijen, gewijzigd worden.
bij uw systeem
toegepaste
Als er een brandmelding van een automatische brandmelder –rookmelder, temperatuurmelder etc.
acceptatietijd en
wordt gemeld–, terwijl de vertraging van de uitgangen geactiveerd is –led indicator VERTRAAGD licht
verkenningstijd.
op– dan:
wordt de brandmelding in het display van het bediendeel weergegeven.
Acceptatietijd
worden vertraagde uitgangen –bijvoorbeeld doormelding van brand naar een meldkamer– nog
wordt de acceptatietijd gestart en licht de led indicator VERTRAAGD knipperend op.
Accepteren
De brandmelding kan geaccepteerd worden –om deze te verifiëren– met de
melding
58
Werking van de vertraging van uitgangen
Brandmelding automatische melder
Brandmelding handbrandmelder
Accepteren van een brandmelding
niet geactiveerd.
Uitgebreide bediening
ZOEMER UIT toets.
\