Inhoudsopgave
Advertenties
De Expera brandmeldcentrale beschikt over drie bewaakte uitgangen voor sturingen. Aan de
uitgangen is een vaste –niet instelbare–
toegewezen.
De bewaakte uitgangen worden op de hoofdprint
aangeduid met FAULT, EXT en FIRE.
Elke bewaakte uitgang kan in geactiveerde toestand
maximaal 300 mA leveren en is elektronisch gezekerd.
De bewaakte uitgangen worden door de Expera
brandmeldcentrale bewaakt op kortsluiting en op
onderbreking van de lijn. Het einde van de op de
In rust toestand mag
bewaakte uitgang aangesloten lijn dient met een
de aangesloten
bewakingsweerstand (EOLR), met een waarde van 10
apparatuur geen
kΩ, ¼ Watt, afgesloten te worden. Als de bewaakte
stroom trekken uit
uitgang niet wordt gebruikt dient deze met een 10 kΩ, ¼
de bewaakte
Watt weerstand direct op de klemmen van de hoofdprint
uitgang.
afgesloten te worden.
In rust toestand zal er op een bewaakte uitgang een negatieve spanning van –1 Volt tot –2 Volt staan.
In geactiveerde toestand zal op een bewaakte uitgang een spanning van +24 Volt staan.
In rust toestand mag de aangesloten apparatuur geen stroom trekken uit de bewaakte uitgang. De op
de bewaakte uitgang aangesloten apparatuur dient polariteit afhankelijk te zijn (voorzien van een block
diode). Indien de aangesloten apparatuur niet polariteit afhankelijk is, kan deze met hulp van een diode
(1N400X) polariteit afhankelijk gemaakt worden.
Indien een afgeschermde kabel voor de bewaakte sturing is gebruikt, is het van groot belang dat de
afscherming op de aarde aansluitklem in de behuizing van de centrale wordt aangesloten. Tevens is
het van belang dat de afscherming in alle elementen is doorverbonden en dusdanig is geïsoleerd dat
er geen verbinding met andere aardpunten (gebouw, metalen behuizingen) of contact met andere
aansluitingen (hoofdprint) kan ontstaan.
De bewaakte uitgang FAULT is fail safe, en zal geactiveerd zijn indien er geen storing of
systeemstoring op de Expera brandmeldcentrale word gemeld. De bewaakte uitgang FAULT zal
gedeactiveerd worden zodra er een storing of systeemstoring op de Expera brandmeldcentrale word
gemeld.
Voor de bewaakte uitgang FAULT kunnen geen parameters –zoals vertragingen– worden ingesteld.
De bewaakte uitgang FIRE zal geactiveerd worden bij elke brandmelding. De bewaakte uitgang FIRE
zal gedeactiveerd worden zodra er geen brandmeldingen op de Expera brandmeldcentrale gemeld
worden.
Een uitschakeling van de uitgang of een storing –kortsluiting of open circuit– in de aangesloten lijn zal
op het bediendeel van de Expera brandmeldcentrale gesignaleerd worden door de LED indicator
DOORMELDING STORING/UITSCHAKELING.
Voor de bewaakte uitgang FIRE kan de parameter vertraging –acceptatie en verkenning– worden
ingesteld.
De bewaakte uitgang EXT zal geactiveerd worden bij elke brandmelding. De bewaakte uitgang EXT
zal gedeactiveerd worden zodra er geen brandmeldingen op de Expera brandmeldcentrale gemeld
worden.
Voor de bewaakte uitgang EXT kunnen geen parameters –zoals vertragingen– worden ingesteld.
14
Bewaakte uitgangen
Fault
Fire
Ext
Opbouw & aansluitingen
functie
EOL
10KO
10KO
relais
diode
relais
Doormeld.
beveiling
STORING
– +
–٪ +
FAULT
EOL
EOL
10KO
diode
diode
relais
24V
Brand-
Doormeld.
voeding
BRAND
uit
– +
– +
+ –
–٪ +
–٪ +
+ –
EXT
AUX
FIRE
\
Advertenties
Inhoudsopgave
