Wordt de brandmelding geaccepteerd binnen de acceptatie tijd, dan wordt na afloop van de
Verkenningstijd
acceptatietijd de verkenningstijd gestart. De led indicator VERTRAAGD knippert gedurende de
verkenningstijd.
Als de brandmelding na afloop van de verkenningstijd nog steeds op de Expera brandmeldcentrale
aanwezig is, dan zullen de vertraagde sturingen –bijvoorbeeld doormelding van de brandmeldingen
naar de meldkamer– na afloop van de verkenningstijd geactiveerd worden.
Als na acceptatie van de brandmelding blijkt, dat het om een echte brandmelding gaat dan kan de
acceptatie ongedaan gemaakt worden met de functietoets
handbrandmelder in alarm te brengen. De resterende verkenningstijd wordt dan overbrugd (= 0
seconden) en de vertraagde sturingen worden geactiveerd. Tevens worden de signaalgevers opnieuw
geactiveerd –indien afgesteld–.
De menuoptie CENTRALE opent het CENTRALE venster waarin de algemene systeem parameters
weergegeven en gewijzigd kunnen worden. De menuoptie CENTRALE is beschikbaar op
toegangsniveau 3.
Onder in het venster worden de beschikbare opties weergegeven:
De opties
AARDSTORING,
ACCU en ZOEMER
zijn voor service
doeleinden. Het is niet
toegestaan de opties
tijdens normaal bedrijf
uit te schakelen.
Druk de numerieke toets onder de optie om de instelling te wijzigen. Druk de (BEVESTIGEN) toets
om de ingegeven instellingen op te slaan. Verlaat het venster met de
De menuoptie VERTRAGING – ACCEPTATIETIJD
(T1) opent een venster waarin, de acceptatietijd
ingesteld kan worden.
ingesteld worden in het bereik 0–60 seconden.
Stel met de toetsen de gewenste acceptatietijd in. Druk de (BEVESTIGEN) toets om de
instelling op te slaan. Verlaat het venster met de
De menuoptie SIGNAALGEVER INSTELLINGEN
opent een venster waarin de tonen en de werking van
Raadpleeg de
de signaalgevers kan worden ingesteld.
handleiding van de
Onder in het venster worden de beschikbare opties
signaalgevers voor
meer informatie over
weergegeven. Druk de numerieke toets
de beschikbare tonen.
optie om de instelling te bekijken of te wijzigen.
ALARM TOON: de optie opent een venster waarin de toon van de sirene ingesteld wordt voor
Toon nummer 7 is de
slowwhoop toon
Normaliter wordt voor
ONTRUIMEN TOON: de optie opent een venster waarin de toon van de sirene ingesteld wordt
ALARM en
EVACUATE dezelfde
toon ingesteld.
Accepteren ongedaan maken
Centrale
TAAL: Druk de numerieke toets onder de optie om door de beschikbare menu talen:
NEDERLANDS, DUITS, ENGELS te bladeren –en te selecteren–.
HELDERHEID: Stel met de numerieke toets onder de opties + en – de gewenste intensiteit
van de display achtergrondverlichting in.
AARDSTORING: de aardstoringsindicatie in– of uitschakelen. Raadpleeg de paragraaf
Aardstoring bewaking jumper (JPEF) op pagina 18 voor meer informatie over het in en
uitschakelen van de bewaking op aardstoringen.
ACCU: de bewaking van de inwendige weerstand van de accu in– of uitschakelen.
Normaliter zal de inwendige weerstand <0,3Ω zijn. Is de weerstand > dan 0,3 Ω dan zal de
Expera brandmeldcentrale een storing ACCU – TE HOGE WEERSTAND melden en dient de
accu te worden vervangen.
ZOEMER: de interne zoemer in– of uitschakelen.
Vertraging – acceptatietijd (T1)
De acceptatietijd kan
Signaalgever instellingen
brandmeldingen van automatische melders en handbrandmelders, ingangen waarvan de actie
is ingesteld op ALARM.
Stel met de toetsen de gewenste toon in. Druk de (BEVESTIGEN) toets om de instelling
op te slaan. Verlaat het venster met de
voor brandmeldingen van handbrandmelders, ingangen waarvan de actie is ingesteld op
ONTRUIMEN.
Uitgebreide bediening
BRAND MELDEN of
toets.
toets.
onder de
toets.
door een
59