Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Herstellen; Configuratie - Hertek Expera Centrale Installatie- En Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

De menuoptie HERSTEL wordt weergegeven als
een element van type is gewijzigd –status TYPE
FOUT–. De menuoptie HERSTEL is beschikbaar op
toegangsniveau 3.
De menuoptie HERSTEL opent een venster waarin
de technicus het nieuwe elementtype voor het
geselecteerde element of voor alle elementen op kan
slaan.
Selecteer met de  toetsen het element en
selecteer de optie HERSTEL om het geselecteerde
gewijzigde element –of alle gewijzigde elementen–
op te slaan.
Druk de toets  –DEZE– om het type voor het
geselecteerde element te wijzigen. Druk de toets 
–ALLE– om het type voor het alle gewijzigde
elementen te wijzigen.
In het ELEMENTEN menu kan voor het geselecteerde element een configuratiemenu geopend
worden. Het configuratiemenu is beschikbaar op toegangsniveau 3.
Selecteer met de  toetsen het gewenste element
en druk de  (BEVESTIGEN) toets om het
configuratievenster te openen.
Voor het geselecteerde element worden een aantal
parameters weergegeven waar met de  toetsen
doorheen gebladerd kan worden. De geselecteerde
parameter zal knipperen. De volgende parameters
zijn beschikbaar voor alle elementen:
Met de optionele
Expera configtool
kunnen de teksten
eenvoudig worden
ingegeven/gewijzigd.
Onder in het venster worden de beschikbare opties
voor het element weergegeven. Druk de numerieke
toets onder de optie om de optie te selecteren. De
volgende parameters zijn beschikbaar voor alle
elementen:
De optie AAN/UIT kan
handig zijn bij het
zoeken van een
specifiek adres of een
dubbel adres.
De overige opties die onder in het venster worden weergegeven zijn afhankelijk van het type element.
44

Herstellen

Configuratie

ADRES: het adres van het element. Bijvoorbeeld: D:1 is adres 1. De parameter is niet
instelbaar.
TYPE ELEMENT: het type element. Bijvoorbeeld HMi voor een handbrandmelder. De
parameter is niet instelbaar.
ZONE: het nummer van de zone waaraan het element is toegewezen. Bijvoorbeeld: Z:12 is
detectiezone 12. Stel met de  toetsen het gewenste zonenummer in.
NAAM: de element tekst. De element tekst geeft aan in welke ruimte een element
gemonteerd is. Selecteer met de  toetsen het gewenste karakter. Verplaats de cursor met
de  toetsen. De element tekst mag maximaal 40 karakters lang zijn. Raadpleeg de
paragraaf Zone naam op pagina 40 voor de beschikbare karakters en het ingeven van de
tekst.
ID: het unieke identificatienummer van het
element. De parameter is niet instelbaar.
AAN/UIT WIJZIG: met de optie kan een signaalgever of een led indicator op een melder
geactiveerd worden. Druk de numerieke toets onder de optie WIJZIG AAN om het element te
activeren. Druk nogmaals de toets om het element te deactiveren. Bij het verlaten van het
menu wordt het element automatisch gedeactiveerd.
LED POLL: met de optie word ingesteld of de led indicator van het element oplicht als het
element door de centrale wordt gepolled. Dit zal om de 10 sec zijn. Druk de numerieke toets
onder de optie LED POLL om de led indicator van het element op te laten lichten bij een poll
–AAN–. Druk de toets nogmaals om de functie uit te schakelen –UIT–.
Uitgebreide bediening
\

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Els001Els001nlEls001de

Inhoudsopgave